Advocaten die cliënten met een laag inkomen bijstaan, zijn sinds 2004 verplicht om periodiek de kwaliteit van hun kantoor te laten toetsen. Het kwaliteitsbewustzijn binnen de advocatuur is hierdoor gegroeid. De werkwijze van de auditors, die de toetsing uitvoeren, dient verder te worden geprofessionaliseerd. Ook zou de toetsing meer betrekking moeten hebben op de inhoud van de rechtsbijstand. Daarnaast zou de toetsing voor álle advocaten moeten gelden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Tot deze conclusies komt de onafhankelijke commissie Metatoets, die heeft onderzocht of de kwaliteitstoetsing naar wens verloopt. Op 10 oktober 2006 heeft de commissie haar eindrapport gepresenteerd aan vertegenwoordigers van de Nederlandse Orde van Advocaten, het Ministerie van Jusitie en de Raden voor Rechtsbijstand.
De belangrijkste bevindingen van de commissie Metatoets zijn:
- Audits werken goed
De keuze om advocaten bij elkaar in de keuken te laten kijken, heeft goed uitgepakt. De advocaat-auditors staan midden in de praktijk, waardoor een audit veel praktische verbetersuggesties oplevert. Het opstellen van kwaliteitsnormen, in combinatie met het voorhouden van een spiegel door een auditor, heeft het kwaliteitsbewustzijn binnen de advocatuur vergroot. - Verder professionaliseren audits gewenst
Het verschil in aanpak per auditor is nog te groot. Daarom verdient het monitoren en verder professionaliseren van de auditors meer aandacht. Het is raadzaam om ook auditors van buiten de advocatuur te betrekken. Daarnaast dienen behalve de Orde van Advocaten meer partijen een stem te hebben bij het opstellen van de kwaliteitsnorm. Dit voorkomt de schijn van ‘de keurslager die zijn eigen vlees keurt’. - Nu ook inhoud toetsen
Het was een goede zet om de kwaliteitsnorm stapsgewijs te laten groeien. De norm richtte zich in eerste instantie op organisatorische kwaliteit en vrijwel niet op inhoudelijke kwaliteit of integriteit van de advocaat. Inmiddels is het invoeren van intervisie opgenomen in de norm. Hierbij bespreken advocaten in een kleine groep elkaars aanpak van werkgerelateerde kwesties. In het verlengde hiervan pleit de commissie voor het instellen van een strakkere geschillenregeling, intercollegiale toetsing en het opstellen van criteria voor erkende specialisaties. - Audits zouden voor alle advocaten moeten gelden
De commissie ziet geen goede reden waarom de audits alleen verplicht zijn voor advocaten die cliënten met een laag inkomen bijstaan. Een bredere toepassing van de audits verdient dan ook serieuze overweging binnen de Orde van Advocaten. - Er is meer nodig om disfunctionerende advocaten te voorkomen
Alleen het uitvoeren van audits kan nooit de garantie bieden dat individuele disfunctionerende advocaten effectief worden herkend en geweerd. Dit is slechts een hulpmiddel. Het past de beroepsgroep en haar ketenpartners om hiervoor verdere maatregelen te treffen.
Achtergrond
De Nederlandse Orde van Advocaten heeft de afgelopen jaren in samenwerking met de Raden voor Rechtsbijstand en onder goedkeuring van het Ministerie van Justitie een systeem van auditing ontwikkeld. Advocaten dienen vanaf 1 januari 2004 over een auditverklaring te beschikken om binnen het stelsel van door de overheid gesubsidieerde rechtshulp werkzaam te kunnen zijn. De huidige kwaliteitsstandaard die hierbij als norm wordt gebruikt, heeft betrekking op de kwaliteit van de werkprocessen op een advocatenkantoor. Ruim 80 advocaten zijn voor de Orde werkzaam als auditor en bezoeken advocatenkantoren om te beoordelen of wordt gewerkt conform de standaard.
De opdracht voor de Metatoets, gegeven door de Raden voor Rechtsbijstand, vloeit voort uit het in 2002 gesloten ‘Convenant Kwaliteitsborging Gesubsidieerde Rechtsbijstand’. Een onafhankelijke commissie heeft de Metatoets uitgevoerd. De commissie is samengesteld uit experts op het gebied van kwaliteitsmanagement en advocaten die actief zijn als auditor.
‘Quick Scan Kwaliteitsstelsel Rechtsbijstand’, Raad voor Rechtsbijstand