In de zaak die op 16 april 2010 speelde voor de Voorzieningenrechter in Den Haag, stond de vraag centraal of een ex-werknemer gebonden was aan het concurrentiebeding dat in zijn arbeidsovereenkomst was opgenomen, dan wel of deze ex-werknemer zijn voormalige werkgever onrechtmatige concurrentie heeft aangedaan door in dienst te treden bij een directe concurrent.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Werknemer was sinds februari 1983 in dienst bij werkgever. Nadat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie, heeft werkgever ontbinding verzocht van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden onder toekenning van een vergoeding. In de arbeidsovereenkomst was een concurrentiebeding opgenomen die gelding had voor zover de werknemer ontslag zou nemen. Daarnaast was er in de arbeidsovereenkomst een geheimhoudingsbeding opgenomen. Nadat de arbeidsovereenkomst tussen partijen was ontbonden, trad ex-werknemer in dienst bij een concurrent van zijn oude werkgever.
Standpunt werkgever
De werkgever stelt zich op het standpunt dat zijn ex-werknemer handelt in strijd met het overeengekomen concurrentiebeding en daarmee wanprestatie pleegt dan wel ernstig onrechtmatig jegens haar handelt. De ex-werknemer handelt volgens werkgever in strijd met het overeengekomen geheimhoudingsbeding, omdat hij ten behoeve van zijn nieuwe werkgever gebruik maakt van alle kennis die hij bij zijn oude werkgever heeft opgedaan. De werkgever stelt dat ex-werknemer in strijd met het concurrentiebeding handelt omdat hij actief medewerkers en relaties van haar heeft geworven ten behoeve van het starten van concurrerende werkzaamheden. Het concurrentiebeding is volgens de werkgever van toepassing omdat ex-werknemer er door zijn gedragingen zelf op heeft aangestuurd dat zijn arbeidsovereenkomst door de werkgever werd beëindigd. Deze handelswijze dient volgens de werkgever gelijk gesteld te worden met het zelf beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Maar zelfs indien de rechter beslist dat er tussen partijen geen concurrentiebeding zou bestaan, heeft zijn ex-werknemer in strijd gehandeld met de geldende zorgvuldigheidsnorm en onrechtmatig jegens haar gehandeld, aldus werkgever.
Standpunt werknemer
Ex-werknemer stelt zich op het standpunt dat het concurrentiebeding geen gelding heeft omdat hij niet zelf de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd. Daarnaast betwist ex-werknemer dat hij er destijds doelbewust op aangestuurd heeft dat de arbeidsovereenkomst zou worden beëindigd.
Oordeel Voorzieningenrechter
De Voorzieningenrechter oordeelt dat in casu het non-concurrentiebeding geen gelding heeft omdat de arbeidsovereenkomst op verzoek van werkgever door de kantonrechter is beëindigd. De arbeidsovereenkomst bepaalt namelijk dat het non-concurrentiebeding alleen geldig is wanneer de arbeidsovereenkomst door de werknemer wordt beëindigd. Daarnaast dient het concurrentiebeding volgens de rechter ook niet analoog toegepast te worden, omdat werkgever het onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat ex-werknemer er doelbewust op aangestuurd heeft dat de arbeidsovereenkomst zou worden beëindigd door werkgever. De voorzieningenrechter acht het van belang dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden onder toekenning van een vergoeding.
Vervolgens oordeelt de rechter dat ook geen sprake is van oneerlijke concurrentie. Ingevolge vaste jurisprudentie staat het een ex-werknemer (die niet wordt beperkt door een relatie- of concurrentiebeding) in beginsel vrij om met zijn voormalige werkgever te concurreren. Er zal slechts dan sprake zijn van ongeoorloofde concurrentie wanneer de ex-werknemer met behulp van vertrouwelijke informatie van zijn voormalige werkgever duurzame relaties van die werkgever benadert op een wijze die stelselmatig en substantieel afbreuk doet aan de voormalig werkgever. In casu is het concurrentiebeding niet van toepassing op ex-werknemer, waardoor hij mag concurreren met zijn voormalige werkgever.
Ten slotte oordeelt de rechter dat de voormalige werkgever onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat ex-werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Dat ex-werknemer gebruik heeft gemaakt van de kennis en ervaring en de contacten die hij heeft opgedaan in zijn werkzame leven, betekent geen schending van de geheimhoudingsplicht. Ook de omstandigheid dat hij relaties heeft benaderd van zijn voormalige werkgever, doet daar niet aan af.
De rechter wijst geen van de voorzieningen toe en veroordeelt werkgever in de proceskosten.
mr. Laura Tricomi, Van Diepen Van der Kroef Advocaten.