De vreemdelingenkamer van rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, heeft het hoger beroep dat een moeder had ingesteld tegen het niet-geldig verklaren van een asielaanvraag.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De moeder van eiser heeft op 8 augustus 2008 een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning. Eiser is op 30 juni 2009 in Nederland geboren. Vervolgens heeft de moeder van eiser op 27 juli 2009 een zogenoemde “bijlage 13, model k” ondertekend en daarmee verzocht om haar asielaanvraag tevens geldig te verklaren voor eiser. Bij besluit van 3 augustus 2009 heeft het ministerie van Justitie de aanvraag van eisers moeder afgewezen. Hiertegen is op 24 augustus 2009 beroep ingesteld.
De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, heeft bij uitspraak van 21 december 2009 het door eisers moeder ingestelde beroep ongegrond verklaard. Het ministerie van Justitie heeft vervolgens bij ‘beschikking’ van 16 februari 2010 medegedeeld dat eiser per abuis niet is betrokken in het besluit tot afwijzing van de asielaanvraag van zijn moeder. De ‘beschikking’ was bedoeld om te herstellen dat de naam van eiser niet stond vermeld in het besluit tot afwijzing. Ter zitting is met klem benadrukt dat eiser wel bij de besluitvorming op de asielaanvraag van zijn moeder is betrokken.
De rechtbank is van oordeel dat de ‘beschikking’ zelfstandige rechtsgevolgen mist en daarom niet een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb. De “bijlage 13, model k” was al op 27 juli 2009 ondertekend en ingediend, dus vóórdat het besluit op de asielaanvraag van eisers moeder is genomen. Dit maakt dat de aanvraag van de moeder geacht dient te worden mede te zien op eiser, zodat de op die aanvraag genomen beslissing eveneens geacht moet worden betrekking te hebben op de van de moeder afhankelijke aanvraag van eiser, ook al staat zijn naam niet met zoveel woorden in de beschikking vermeld.