Hof Amsterdam heeft beslist dat een door een bv niet op haar directeur-grootaandeelhouder (dga) verhaalde verkeersboete belastbaar loon vormde. De verkeersboete was in oktober 2002 opgelegd wegens een snelheidsovertreding in Zwitserland op een weg waar de dga 126 km per uur had gereden, waar maar 80 km per uur was toegestaan. Het hof was van oordeel dat bij deze relatief forse overschrijding van de maximumsnelheid de persoonlijke elementen zozeer overheersten, dat niet kon worden gezegd dat de boete was voortgekomen uit een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. In dat laatste geval zou de boete belastingvrij vergoed kunnen worden. Nu had de inspecteur de niet verhaalde boete terecht als belastbaar loon aangemerkt en dit mede opgenomen in de aan de bv opgelegde naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2002.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De civiele kamer van de Hoge Raad heeft in een arrest van 13 juni 2008 beslist dat een werkgever ook een verkeersboete voor een kleine overtreding die een werknemer onder werktijd heeft begaan, in beginsel kan verhalen op de betreffende werknemer. Dit kan onder bijzondere omstandigheden anders zijn, bijvoorbeeld als de werkgever het begaan van de betreffende overtreding heeft bevorderd. De Hoge Raad heeft daarbij overwogen dat in het verhaalsverbod van het Burgerlijk Wetboek een voorbehoud is gemaakt, waardoor in bepaalde gevallen uitzonderingen mogelijk zijn op het verhaalsverbod. In de betreffende procedure voor de Hoge Raad concludeert deze dat die zaak daaronder viel. Verder zou er zonder de verhaalsmogelijkheid voor werkgevers een niet te verklaren onderscheid ontstaan tussen enerzijds werknemers die onder werktijd met hun eigen auto een verkeersovertreding begaan en (als kentekenhouder) zelf de boete opgelegd krijgen en anderzijds werknemers die met een bedrijfsauto een verkeersovertreding begaan en waarbij de werkgever (als kentekenhouder) de boete opgelegd krijgt. Dit vond de Hoge Raad een ongewenst resultaat. Voor de praktijk komt het erop neer dat werkgevers voor verkeersboetes in beginsel een verhaalsrecht hebben op werknemers.
Hof Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een procedure waarbij een bv een in Zwitserland opgelopen forse verkeersboete (€ 3.512) van haar directeur-grootaandeelhouder (dga) niet had verhaald op de dga. De verkeersboete was in oktober 2002 opgelegd wegens een snelheidsovertreding op een weg waar de dga 126 km per uur had gereden, waar maar 80 km per uur was toegestaan. De dga stelde dat hij de overtreding had begaan omdat hij een zakelijke afspraak had gehad en op weg was naar een andere zakelijke afspraak. Hij had de verkeersovertreding gemaakt voor de behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Daardoor had de boete belastingvrij vergoed kunnen worden. De belastinginspecteur merkte de niet-verhaalde boete aan als belastbaar loon en betrok dit in aan de bv opgelegde naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2002.
Het hof was het met de inspecteur eens. Een werkgever kan van een werknemer niet verlangen dat deze gevaarveroorzakend gedrag vertoont om op tijd te zijn bij een zakelijke afspraak. Naar het oordeel van het hof waren ook andere opties denkbaar (dan te hard rijden) om op tijd voor een afspraak aanwezig te zijn zonder te hard te rijden. De dga had eerder kunnen vertrekken, de latere afspraak kunnen verzetten of de vertraging telefonisch kunnen doorgeven. Het hof was van oordeel dat bij deze relatief forse overschrijding van de maximumsnelheid (ruim 50% en met 46 km per uur) de persoonlijke elementen zozeer overheersten, dat niet kan worden gezegd dat de boete was voortgekomen uit een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Dat de boete was opgelegd door een buitenlandse strafrechter bracht het hof niet tot een ander oordeel. Het hof verklaarde het hoger beroep van de bv niet gegrond.