Op 31 januari 2011 oordeelde het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat ontslag op staande voet wegens het niet volgens het bedrijfsreglement registreren van een paar herenslippers niet rechtsgeldig is.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werkneemster (41) is op 5 januari 1987 in dienst getreden bij de Aldi. Met ingang van 1 december 1994 is zij werkzaam in de functie van filiaalleider (hierna ook: FL). De Aldi voert een zogenoemd Bedrijfsreglement Klant-/Kassabediening. In dit reglement staat onder andere “…Elke overtreding van deze voorschriften kan aanleiding vormen voor beëindiging van het dienstverband, waaronder ontslag op staande voet. (…) Personeelsaankopen:
1. U rekent nooit eigen inkopen af. Bij aankopen van een collega drukt u eerst de personeelsaankooptoets in. De FL controleert en parafeert de bon en artikelen.
2. (…)
3. (…)
4. Als u FL bent, kunt u deze acties alleen samen met een medewerker doen.
5. U neemt geen onbetaalde artikelen van Aldi mee naar huis of naar buiten. (…)”
Bij brief van 8 juli 2010 heeft werkneemster van Aldi een waarschuwing ontvangen in verband met het feit dat zij, aldus de inhoud van de brief, op 5 juli 2010 op een niet geoorloofde wijze het prijsverlagingsbedrag van een –door haar van collega’s cadeau gekregen- terrasverwarmer heeft proberen te verzilveren, terwijl haar enige tijd daarvoor was meegedeeld dat een dergelijke handelwijze verboden was.
Op 1 juli 2011 heeft werkneemster na sluitingstijd en nadat de kassa’s gesloten waren een biljet van € 20,– op kantoor achtergelaten en een paar herenslippers ten bedrage van € 14,99 bij het verlaten van het pand mee naar buiten genomen. Bij een vervolgens door de Districtleider gehouden tassencontrole is het paar herenslippers aangetroffen. Vast staat dat in de ochtend van 2 juli 2011 door de Districtsleider in aanwezigheid van werkneemster geconstateerd is dat het biljet van € 20,– daadwerkelijk op het kantoor van Aldi lag en dat de slippers die ochtend vroeg met dat geld via de kassa zijn afgerekend.
Vervolgens heeft werkgever haar op 2 juli 2011 met onmiddellijke ingang geschorst en op 5 juli 2011 op staande voet ontslagen. Aan dit ontslag heeft Aldi ten grondslag gelegd dat werkneemster in haar functie onbeperkt toegang tot artikelen en/of kasgeld van Aldi had, Aldi zeer hechtte aan het Bedrijfsreglement en dat werkneemster een voorbeeldfunctie had. Werkneemster heeft het in haar gestelde vertrouwen ernstig en onherstelbaar beschaamd. Het voorval vormt afzonderlijk, maar in ieder geval in het licht van de waarschuwing die werkneemster vorig jaar had ontvangen, voldoende reden om tot onverwijlde opzegging van de arbeidsovereenkomst vanwege een dringende reden over te gaan.
De kantonrechter heeft op 5 augustus 2011 bevolen dat werkneemster moest worden toegelaten tot haar werkplek om haar bedongen arbeid te verrichten. Voorts is Aldi veroordeeld tot betaling van loon vanaf 5 juli 2011, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente en Aldi veroordeeld in de proceskosten. Tevens is het verzoek van Aldi om de arbeidsovereenkomst met werkneemster voorwaardelijk te ontbinden afgewezen. Van deze vonnissen is Aldi in hoger beroep gekomen.
Beoordeling Gerechtshof
Het hof oordeelt als volgt. Voor de vraag of werkneemster heeft gehandeld in strijd met de regels van het bedrijfsreglement zou beoordeeld dienen te worden of werkneemster door te handelen zoals zij heeft gedaan artikelen van Aldi onbetaald mee naar buiten genomen heeft. Het hof aanvaardt voorshands niet dat artikelen alleen betaald zijn als ze zijn geregistreerd op de kassa. Of de slippers door werkneemster op 1 juli 2011 betaald zijn als bedoeld in het bedrijfsreglement voordat zij de slippers naar buiten heeft meegenomen, laat het hof hier in het midden. Zelfs indien zou moeten worden aangenomen dat werkneemster de slippers op 1 juli 2011 naar juridische normen niet betaald had en daarmee strikt genomen het bedrijfsreglement zou hebben overtreden, dient nog te worden beoordeeld of haar handelwijze op 1 juli op zichzelf, althans in samenhang met de waarschuwing van het jaar ervoor, en met inachtneming van alle omstandigheden van het geval, het ontslag op staande voet rechtvaardigt.
Op zijn minst gezegd heeft werkneemster, gezien haar bijzondere positie als filiaalleider, uitermate onhandig gehandeld door al voorafgaand aan de dag van ingang van de Aldi aanbieding de slippers te willen aanschaffen in de wetenschap dat dat in ieder geval niet kon op de voor personeelsaankopen gebruikelijke en in beginsel te volgen weg, namelijk via kassaregistratie. Anderzijds gaat het hof er voorshands van uit dat werkneemster heeft getracht om te voldoen aan de vereisten van inschakeling van een medewerker en van het niet onbetaald laten van artikelen alvorens deze mee naar buiten te nemen door haar collega in informeren, in haar aanwezigheid het geld achter te laten en haar te verzoeken de slippers de volgende dag met het achtergelaten geld af te rekenen in en te registreren via de kassa. Het op de hoogte brengen van collega’s, acht het hof, anders dan Aldi, voor de beoordeling van de zaak relevant. Het hof houdt er verder rekening mee dat werkneemster al sinds 5 januari 1987 bij Aldi in dienst is en dat door Aldi erkend is dat zij bij haar medewerkers geliefd is en haar werk tevredenstellend heeft uitgevoerd. Het vonnis van de kantonrechter werd dan ook bekrachtigd.