Op arbeidsovereenkomsten tussen de Telegraaf Media Groep N.V. (hierna: ‘TMG’) en haar werknemers zijn verschillende CAO’s van toepassing, waaronder de CAO Grafimedia. Die CAO voorziet in een gelaagde structuur van arbeidsvoorwaardenvorming, zodat op decentraal niveau bindende afspraken kunnen worden gemaakt over de invulling van bepalingen uit de CAO, bijvoorbeeld op het gebied van de nieuw in te voeren beloningssystematiek.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
TMG wenst nadere afspraken te maken met betrekking tot bovenmatige salarissen, en nodigt de Centrale Ondernemingsraad (hierna: ‘COR’) uit om hierover met haar in gesprek te gaan. De COR vraagt de vakbonden of zij dit overleg met TMG willen voeren. Als de vakbonden afwerend op dat verzoek reageren, treedt de COR alsnog met TMG in overleg. De COR en TMG sluiten daarop een akkoord over een aanpassing van de salarisstructuur, waardoor het salaris van een groot aantal medewerkers wordt bevroren (hierna: ‘het Akkoord’).
Was de COR wel bevoegd?
De vakbonden stellen zich vervolgens op het standpunt dat het Akkoord nietig is omdat de COR niet bevoegd was om dergelijke afspraken te maken. Daarnaast menen zij dat het Akkoord niet tijdig was geëffectueerd en dat tenminste 51% van de achterban van de COR zich in het Akkoord had moeten kunnen vinden.
De vakbonden spannen daarop een procedure aan bij de kantonrechter, waarin zij (onder andere) een verklaring voor recht vorderen, dat het Akkoord niet op de voorgeschreven wijze tot stand is gekomen en daarom nietig is.
Zowel de COR, als de OR van het bedrijfsonderdeel waarop het Akkoord betrekking heeft, wensen zich te voegen in de procedure tussen TMG en de vakbonden; de COR aan de zijde van TMG en de OR aan de zijde van de vakbonden. Op 23 mei 2011 wijst de kantonrechter vonnis in het incident tot voeging. Daarbij worden zowel de COR, als de OR toegelaten tot de procedure. Voor een toelichting bij het vonnis van 23 mei 2011 verwijs ik naar mijn bijdrage aan onze nieuwsbrief van september 2011.
Vonnis van 14 november 2011
Bij vonnis van 14 november 2011 oordeelt de kantonrechter over de vorderingen in de hoofdzaak. De kantonrechter overweegt dat het op zich juist is dat het primair aan de vakbond is om afspraken te maken over collectieve arbeidsvoorwaarden, zodat uitgangspunt is dat de COR niet bevoegd is tot het aangaan van CAO’s. Afspraken tussen de COR en de ondernemer zijn dan ook in beginsel niet rechtstreeks bindend voor de werknemers. Dit kan echter anders zijn, wanneer – zoals in het onderhavige geval – de vakbonden in de CAO de afspraak hebben gemaakt dat bepaalde onderwerpen op decentraal niveau nader kunnen worden uitgewerkt in een akkoord tussen ondernemer en de COR. In dat geval gebruiken de vakbonden hun bevoegdheid om op decentraal niveau de mogelijkheid te creëren om gemaakte afspraken nader in te vullen. Dat geldt eens te meer, indien expliciet is afgesproken dat deze decentrale afspraken bindend zullen zijn voor de werkgever en de werknemers. De kantonrechter verwerpt daarmee het standpunt van de vakbonden, dat het Akkoord niet bindend zou zijn. Ook de overige standpunten van de vakbonden (met betrekking tot de tijdigheid van de effectuering en de 51%) worden door de kantonrechter verworpen.
Tips
- Afspraken op het gebied van collectieve arbeidsvoorwaarden behoren tot het domein van de vakbonden. Uitgangspunt is dat afspraken tussen een bestuurder en de OR niet doorwerken in de individuele arbeidsovereenkomsten van werknemers. De OR speelt dan ook in principe geen rol bij de totstandkoming en/of het wijzigen van arbeidsvoorwaarden.
- Uit bovenstaande uitspraak volgt dat dit anders kan zijn indien een specifieke bevoegdheid in de CAO aan de OR wordt gedelegeerd.
De uitspraak is relevant, omdat in steeds meer CAO’s bepalingen staan die nader uitgewerkt kunnen/dienen te worden op ondernemingsniveau.
In de literatuur wordt overigens ook wel het standpunt ingenomen dat de afspraken op gedelegeerd niveau niet bindend zijn voor werknemers die lid zijn van een vakbond. - CAO-partijen kunnen ervoor kiezen om daarbij nadere voorwaarden te stellen aan de totstandkoming van decentrale afspraken. In bovenstaande casus hadden de CAO-partijen bijvoorbeeld de voorwaarde kunnen stellen dat de afspraken op decentraal niveau een 51%-meerderheid moesten genieten.
mr. Klaartje Stalenhoef, Kennedy Van der Laan