De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 20 september 2016 dat de Sociale verzekeringsbank, door de steekproef uit te voeren zoals het deed en op grond daarvan onderzoek in het buitenland te doen, appellanten niet heeft behandeld in strijd met het verbod van ongerechtvaardigde discriminatie.
De verschillen tussen de kenmerken van de AIO-gerechtigden die zijn geselecteerd voor een nader onderzoek naar verblijf en vermogen in het buitenland en zij die daar niet toe behoren zijn samen voldoende relevant en objectief om de keuze te maken. Het gemaakte onderscheid is gerechtvaardigd gelet op het grote belang van de rechtmatige toepassing van de bijstandswetgeving en de hoge kosten van controle en handhaving en de grote verschillen die bestaan tussen controlemogelijkheden in Nederland en daarbuiten. Daarbij is verder van betekenis dat het onderzoek dat ten aanzien van de AIO-gerechtigden die behoren tot de groep van 100 in de drie genoemde landen wordt uitgevoerd, ten aanzien van hen en alle andere AIO-gerechtigden vrijwel voortdurend en vrijwel ongemerkt in Nederland wordt uitgevoerd, zodat van verschillende behandeling in zoverre in zeer beperkte mate sprake is. Dit voert tot de conclusie dat de Svb, door de steekproef uit te voeren zoals het deed en op grond daarvan onderzoek in het buitenland te doen, appellanten niet heeft behandeld in strijd met het verbod van ongerechtvaardigde discriminatie.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.