Werkprocessen bij hoogste rechter kleinschaliger en overzichtelijker
De Hoge Raad der Nederlanden, de hoogste rechter, start vandaag (1 maart 2017) als eerste gerecht met verplicht digitaal procederen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Vanaf vandaag worden bij de Hoge Raad alle nieuwe civiele vorderingszaken in cassatie volledig digitaal ingediend en behandeld. De Hoge Raad kan deze stap eerder zetten dan de andere gerechten in Nederland om 3 redenen. Die redenen zijn te herleiden tot het feit dat de werkprocessen bij de Hoge Raad kleinschaliger en overzichtelijke zijn dan bij de andere gerechten in het land.
Andere werkprocessen
Zo heeft de Hoge Raad in de eerste plaats te maken met slechts een kleine groep advocaten: Nederland telt ongeveer 90 zogenoemde cassatieadvocaten (de procedure bij de Hoge Raad heet cassatie).
In de tweede plaats komen er bij het hoogste rechtscollege veel minder zaken binnen dan bij de andere gerechten. Zo gaan er jaarlijks in de Rechtspraak rond de 1,7 miljoen zaken om; de Hoge Raad krijgt jaarlijks te maken met ongeveer 300 civiele vorderingszaken.
Het derde grote verschil is dat de procedure bij de Hoge Raad anders is. Het hoogste rechtscollege toetst of het recht tijdens de rechtszaken bij de rechtbank in eerste aanleg en bij het gerechtshof in hoger beroep juist is toegepast. Dat gebeurt in het algemeen volledig op basis van bestaande stukken, zonder dat er in het digitale dossier gecommuniceerd moet worden met de betrokkenen. Dit vraagt veel minder van de techniek dan wanneer er over en weer via het digitale dossier moet worden gecommuniceerd tijdens de verschillende stappen in rechtszaken.
Andere gerechten
In de loop van dit jaar wordt digitaal procederen in bestuursrecht en civiel recht ook bij andere gerechten gefaseerd verplicht. Monique Commelin, directeur van het moderniserings- en digitaliseringsprogramma KEI van de Rechtspraak, lichtte onlangs in een interview op rechtspraak.nl uitgebreid toe wat de stand van zaken is. Op dit moment wordt in verschillende rechtsgebieden proefgedraaid op vrijwillige basis. Monique Commelin: We gaan pas de verplichte fase in als we honderd procent zeker zijn van onze zaak.