De position paper die geschreven is door de Stichting voor Economische Onderzoek (SEO), die gelieerd is aan de Universiteit van Amsterdam, heeft als aanleiding de op handen zijnde evaluatie van de Wet op het Notarisambt (WNA) welke sinds 1 oktober 1999 in werking is getreden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De centrale onderzoeks-vraag van het advies luidt: “In hoeverre kan een sterkere positie van de afnemer van notariële diensten bijdragen aan een effectievere en efficiëntere borging van het publieke belang rechtszekerheid?”. Het antwoord op deze vraag luidt als volgt. Op dit moment is er sprake van een duidelijk asymmetrische machtspositie tussen afnemers en notarissen.
- Ten eerste doordat afnemers verplicht zijn om naar de notaris te gaan,
- Ten tweede doordat de afnemer (met name de one off consumer) een duidelijke informatieachterstand
heeft, en - Ten derde doordat de notariële beroepsgroep beschermd is door allerlei mededingingsbeperkende (zelf)regulering.
Een sterkere positie voor de afnemer van notariële diensten kan in een dergelijke situatie in grote mate bijdragen aan betere marktwerking in het notariaat en zo leiden tot een effectievere en efficiëntere borging van rechtszekerheid zoals geleverd door de notaris.
De notariële beroepsgroep is beschermd door (zelf)regulering. Los van de discussie over tarieven en kwaliteitstransparantie, is het – volgens de onderzoekers – aan te bevelen om de marktwerking in het notariaat te verbeteren door:
- Het geheel afschaffen van de ministerieplicht. Daarmee wordt specialisatie mogelijk en dus ook toetreding vereenvoudigd. Het gevaar van cherry-picking volgens de SEO is niet groot, vanwege het vrijwillige karakter van de kruissubsidiëring tussen de verschillende praktijken. (De plicht dwingt notarissen momenteel het hele scala aan notariële diensten aan te bieden.)
- Het terugdraaien van de langere opleidingseisen en het verplichte ondernemingsplan.
- Het instellen van een notaris in loondienst van een notaris.
- Het stimuleren van parttime dienstverbanden.
- Het volledig afschaffen van het verbod op het verrichten van handelingen buiten het eigen arrondissement.
Verder wordt er aan toegevoegd: ‘Houd bij het doorvoeren van de bovengenoemde maatregelen, het inperken van het domeinmono-polie en de maatregelen ter vergroting van de kwaliteitstransparantie de onderlinge samenhang goed in de gaten’.
In reactie op het rapport noemde de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) de uitkomsten: “dwaas en kortzichtig”. Bovendien stelde vice-voorzitter Robert Salomon van de KNB dat de familiepraktijk een groot deel van de notariële opleiding beslaat. Het juridische werk op het gebied van de familiepraktijk kan bijvoorbeeld een advocaat wel doen alleen indien er bijscholing plaatsvindt.
Barbara Baarsma, Jose Mulder, Coen Teulings (2004), Rechtszekerheid als publiek belang: over de notaris, zijn domein en de markt, in opdracht van Ministerie van Economische Zaken, Amsterdam, 2004
Volledige tekst