Verdachte en het latere slachtoffer hebben op 16 juli 2006 ruzie tijdens het chatten. Het latere slachtoffer gaat met haar man verhaal halen bij verdachte. Verdachte heeft zich voordat ze de voordeur opent voorzien van een mes. Vervolgens ontstaat een gevecht waarbij verdachte, het slachtoffer en haar echtgenoot met het mes heeft gestoken. Het slachtoffer is aan haar verwondingen overleden en de echtgenoot van het slachtoffer is gewond geraakt. De rechtbank is van oordeel dat het feit dat verdachte vantevoren een mes bij zich gestoken had, niet een zodanige “eigen schuld” oplevert dat dit in de weg staat aan de aanvaarding van een beroep op noodweer danwel noodweerexces.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Verdachte heeft tijdens de vechtpartij op een bepaald moment in het wilde weg om zich heen gestoken met het mes. Daarmee heeft verdachte, naar het oordeel van de rechtbank, de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden. Het beroep op noodweer moet dan ook worden verworpen.
De rechtbank acht, in tegenstelling tot de officier van justitie, aannemelijk dat het door verdachte steken van het slachtoffer en haar echtgenoot het gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, te weten de angst het leven te verliezen. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat verdachtes beroep op noodweerexces terecht is voorgedragen.