De rechtbank in Utrecht heeft de ING-bank veroordeeld tot het betalen van een bedrag van ruim 9,4 miljoen dollar aan de gemeente Veenendaal. De uitspraak is een onderdeel in de nasleep van de zogenaamde ‘Freule-kwestie’.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De betrokken partijen hebben enkele jaren geprocedeerd. Tijdens de procedure moesten verschillende getuigen worden gehoord. De kern van het geschil vormt het stellen van een bankgarantie door ING ter hoogte van 9,4 miljoen en het afgeven van een contragarantie voor hetzelfde bedrag door de stichting Freule Lauta van Aysma (‘de Stichting’). De opdracht tot het doen stellen van de bankgarantie namens de Stichting was door een daartoe niet bevoegde aan ING gegeven.
Wegens onbevoegde vertegenwoordiging zijn de daaruit voortvloeiende rechtshandelingen nietig. Daarnaast is het de rechtbank niet gebleken dat het besluitvormingsproces tot het doen stellen van de bankgarantie – veronderstellend dat dit besluit is genomen – op de in de statuten van de Stichting voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden. Dit brengt nietigheid van het besluit mee. ING, die de bankgarantie heeft gesteld, komt geen bescherming tegen die nietigheden toe. De bank kende namelijk de bevoegdheidsgebreken, althans behoorde die volgens de rechtbank te kennen.
ING moet daarom een bedrag van 9.426.267,00 dollar dat zij onder bankgarantie aan een investeringsmaatschappij had uitgekeerd terug betalen. Omdat de bank het bedrag met een beroep op een contragarantie op de Stichting had verhaald en de vorderingen van de Stichting op de bank aan gemeente Veenendaal waren verpand, moet het bedrag aan de gemeente worden terug betaald, omgerekend naar de waarde in euro’s op 17 mei 2002 en vermeerderd met de wettelijke rente.