Het recht van pand is een zekerheidsrecht dat kan worden gevestigd op roerende zaken of vorderingen en wordt veelal bedongen in het kader van kredietverstrekking. Het pandrecht stelt de pandhouder in staat om zich, indien nodig, met voorrang op de met het pandrecht belaste roerende zaken of vorderingen te verhalen. Met name in het geval van faillissement biedt het pandrecht de pandhouder een bijzonder sterke verhaalsmogelijkheid; hij kan zijn recht uitoefenen alsof er geen faillissement was.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Promovendus Daniël Hoekstra onderzocht of de wijze waarop de faillissementspositie van de pandhouder is geregeld – vanuit rechtseconomisch perspectief bezien – kan leiden tot ongewenste, inefficiënte resultaten. Voorts onderzocht hij of het mogelijk is een alternatieve, efficiënte regeling voor de faillissementspositie van de pandhouder te treffen. Bij het onderzoek werd gebruik gemaakt van het rechtseconomisch toetsingskader van de “creditors’ bargain” theorie en van rechtsvergelijking met het recht van Duitsland en de Verenigde Staten.
Curriculum vitae
G.D. Hoekstra (Emmen, 1980) studeerde Nederlands recht aan de RUG. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Hoekstra is nu werkzaam als stafjurist bij de Rechtbank Amsterdam.
Over de Promotie
Hoekstra promoveerdt donderdag 26 april 2007 om 14.45 uur in de Aula Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift De positie van de pandhouder in het faillissementsrecht: een rechtseconomisch en rechtsvergelijkend onderzoek. Promotoren zijn prof.mr. F.M.J. Verstijlen en prof.dr. O. Couwenberg.
G.D. Hoekstra, De positie van de pandhouder in het faillissementsrecht: een rechtseconomisch en rechtsvergelijkend onderzoek (diss. Groningen), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007
Het proefschrift is thans niet digitaal beschikbaar via een online repository.