De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft nieuwe Richtlijnen gepubliceerd voor de jaarverslaggeving door ondernemingen vanaf het jaar 2005.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Met ingang van de jaarrekening 2005 zijn beursgenoteerde ondernemingen verplicht hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS). Naar verwachting zal de wetgever toestaan dat ook de enkelvoudige jaarrekening op deze basis mag worden opgesteld. Voorts zal naar verwachting de wetgever ook voor niet-beursgenoteerde ondernemingen de mogelijkheid bieden met ingang van de jaarrekening 2005 IFRS toe te passen. Voor de ondernemingen die IFRS toepassen zijn de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving niet langer van toepassing. Dit heeft geleid tot een andere opzet van de jaareditie 2004. De editie is in een nieuw jasje gestoken en is slechts van toepassing op middelgrote en grote rechtspersonen (die niet hebben gekozen voor IFRS). Voor kleine rechtspersonen verschijnt op 8 december 2004 een afzonderlijke bundel waarin een sterk vereenvoudigde versie van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving is opgenomen. Voorts is in deze jaareditie overgestapt van een primair op de balans en winst- en verliesrekening gerichte indeling naar een meer onderwerpsgewijze indeling. Daardoor zijn in het boek diverse hoofdstukken, paragrafen en alinea’s verplaatst. Voor grote ondernemingen zijn inhoudelijk de wijzigingen gering ten opzichte van de editie 2003. Voor middelgrote ondernemingen zijn diverse vrijstellingen opgenomen.
Vrijstellingen voor middelgrote rechtspersonen
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft ten behoeve van editie 2004 de bundel Richtlijnen beoordeeld op mogelijke vrijstellingen voor middelgrote ondernemingen. De RJ is van mening dat de Richtlijnen in het verleden wellicht vooral gericht zijn geweest op grote (beursgenoteerde) ondernemingen. De vrijstellingen hebben met name betrekking op de presentatie en toelichting en in mindere mate op verwerking, waardering en resultaatbepaling. De vrijstellingen zijn niet opgenomen als ontwerp-Richtlijnen, teneinde een onmiddellijk gebruik daarvan mogelijk te maken. Uiteraard is het wel mogelijk reacties en commentaar op de vrijstellingen in te zenden.
Onderstaand enkele belangrijke vrijstellingen:
- Middelgrote rechtspersonen mogen bij de waardering van buitenlandse eenheden naast de activa en passiva ook de baten en lasten omrekenen tegen de koers per balansdatum, waarbij het omrekeningsverschil direct in het eigen vermogen dient te worden verwerkt.
- Middelgrote rechtspersonen zijn vrijgesteld van het opstellen van een overzicht van het totaalresultaat van de rechtspersoon.
- Hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen is ook van toepassing op middelgrote rechtspersonen. Het wordt echter middelgrote rechtspersonen om economische redenen toegestaan om bij toegezegd-pensioenregelingen slechts éénmaal in de vier jaar de berekeningen, die nodig zijn om de verplichtingen en lasten te bepalen, exact uit te voeren; de middelgrote ondernemingen kunnen op de drie tussenliggende balansdata volstaan met een redelijke benadering daarvan, tenzij een van de volgende situaties aan de orde is:
- de betreffende pensioenregeling is ondergebracht bij een ondernemingspensioenfonds; of
- er is sprake van een of meer belangrijke wijzigingen in de bij de berekening van de verplichting en de lasten te hanteren veronderstellingen, met als gevolg dat de toegepaste tussentijdse benadering niet meer leidt tot een aanvaardbare schatting van de verplichting op balansdatum (zie verder hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen).
- Middelgrote rechtspersonen zijn vrijgesteld van enkele toelichtingsvereisten inzake de belastingen in de jaarrekening. Dit betreft onder andere de toelichting inzake het effectieve en toepasselijke belastingtarief, de afwijking van het belastingtarief ten opzichte van voorgaande jaren en de tijdelijke verschillen waarvoor geen belastinglatentie is opgenomen.
Voor middelgrote rechtspersonen is in deze editie ook een verzwaring opgenomen, in aansluiting op een ontwerp-Richtlijn in de editie 2003. Dit betreft de verplichting om een kasstroomoverzicht op te nemen.
Nieuwe en gewijzigde definitieve Richtlijnen
De belangrijkste aspecten van nieuwe en gewijzigde definitieve Richtlijnen (geldend vanaf de jaarrekeningen 2005) zijn kort samengevat:
- Zoals hierboven reeds vermeld is het opstellen van een kasstroomoverzicht nu ook verplicht gesteld voor middelgrote rechtspersonen Deze verplichting was al van toepassing op grote rechtspersonen. Daarnaast is een verplichting opgenomen dat het kasstroomoverzicht overeenkomstig de specifieke bepalingen zoals opgenomen in de richtlijnen dient te worden opgesteld. Voorheen was dit slechts een sterke aanbeveling.
- In een nieuwe paragraaf zijn in de editie 2004 aanbevelingen opgenomen omtrent fusies en overnames van stichtingen en verenigingen.
- De vereisten inzake onderhanden projecten zijn nu ook van toepassing op de verwerking van opbrengsten en kosten met betrekking tot het verlenen van diensten. Afhankelijk van het voldoen aan de gedefinieerde voorwaarden inzake winstneming naar rato van verrichte werkzaamheden worden opbrengsten verwerkt in de periode dat de dienstverlening plaatsvindt.
- Het in de editie 2003 opgenomen hoofdstuk 271-nieuw Personeelsbeloningen (de verwerking van pensioenen in de jaarrekening) is in de editie 2004 geïntegreerd in hoofdstuk 271 (aangepast 2002). In de tekst van 271-nieuw (paragraaf 3) zijn nog enkele wijzigingen doorgevoerd:
- Uit de definitie van een toegezegde-bijdrageregeling zijn de woorden ‘of slechts een zeer beperkte kans’ geschrapt. Hiermee is gesteld dat er sprake is van een toegezegde-bijdrage regeling indien geen verplichting voor de rechtspersoon bestaat tot het betalen van een aanvullende bijdrage als er sprake is van een tekort bij het fonds.
- Verhelderd wordt dat de classificatie van een pensioenregeling dient te worden vastgesteld op basis van in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen.
- Verduidelijkt is in welke situatie de rechtspersoon een toegezegd-pensioenregeling in de jaarrekening mag verwerken als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling.
- Er is bepaald dat indien een rechtspersoon voor de financiering van pensioentoezeggingen premie(s) betaalt aan een levensverzekeringsmaatschappij en daarbij een actuarieel risico, inclusief een beleggingsrisico loopt de regeling dient te worden aangemerkt als een toegezegd-pensioenregeling. In de editie 2003 werd nog gesproken over een meer dan zeer beperkt resterend actuarieel risico.
Ontwerp-Richtlijnen
De belangrijkste aspecten van de nieuwe ontwerp-Richtlijnen (uitgegeven voor commentaar) zijn kort samengevat:
- Inzake dividenduitkeringen die worden vastgesteld na de balansdatum is reeds bepaald dat deze niet als een verplichting op balansdatum mogen worden opgenomen. Daarbij bestaat de mogelijkheid om het voorgestelde dividend te verwerken als een separate component van het eigen vermogen. Voorgesteld wordt om deze mogelijkheid te schrappen. Het resultaat van het boekjaar wordt dan afzonderlijk onder het eigen vermogen opgenomen. Het voorgestelde bedrag aan dividenduitkering dient te worden vermeld in de toelichting.
- In een ontwerp-alinea wordt gesteld dat het niet langer aanvaardbaar is om in het geval van een herwaardering de vorming van een latentie achterwege te laten.
- Het hoofdstuk inzake de financiële verslaggeving van zorginstellingen is aangepast in verband met de wijzigingen in de Regeling jaarverslaggeving zorginstellingen (RJZ) en actuele ontwikkelingen op het gebied van Diagnose Behandel Combinaties. Daarnaast is dit hoofdstuk geactualiseerd in lijn met de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving.
Evenals in voorgaande jaren is de ontwerp-Richtlijn inzake financiële instrumenten nog niet omgezet in een definitieve Richtlijn. Ook is de ontwerp-Richtlijn nog niet aangepast aan nieuwe wijzigingen van IAS 39. Achtergrond hiervan is de nog steeds voortgaande (internationale) discussie over dit onderwerp. Ten behoeve van de editie 2005 zal de RJ zich hierover nader beraden.
Voor een uitgebreidere behandeling van de aanpassingen in de editie 2004 ten opzichte van de vorige editie van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving wordt verwezen naar de Ten geleide van de bundel die opvraagbaar is via de website van de RJ.
De RJ nodigt een ieder uit tot het inzenden van reacties en commentaren op de in deze jaareditie gepubliceerde Richtlijnen, ontwerp-Richtlijnen en vrijstellingen voor middelgrote ondernemingen in het bijzonder. Deze reacties en commentaren ziet de RJ graag uiterlijk 1 maart 2005 tegemoet zodat deze in aanmerking kunnen worden genomen bij het vaststellen respectievelijk wijzigingen van definitieve Richtlijnen voor de jaareditie 2005.
De RJ is het uitvoerende orgaan van de Stichting voor de Jaarverslaggeving, en is belast met het opstellen en publiceren van richtlijnen voor de (jaar)verslaggeving voor Nederlandse bedrijven en organisaties. Verder adviseert de RJ de overheid en andere regelgevende instanties over voorschriften inzake externe verslaggeving. De RJ is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschaffers, de gebruikers en de controleurs van financiële verslaggeving. Het Ministerie van Justitie is via een waarnemer vertegenwoordigd in de RJ.
Lokale eisen verslaggeving iets verlicht, NIVRA
Jaareditie 2004 voor grote en middelgrote rechtspersonen gepubliceerd, RJ