Uit antwoorden van minister van Economische Zaken mr. L.J. Brinkhorst op kamervragen van het kamerlid Van der Vlies (SGP) over ‘Kerkfilternet’ blijkt dat de Evangelische Omroep met deze dienst een niet toegestane nevenactiviteit verricht.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Volgens de minister wordt er niet voldaan aan het vereiste van artikel 57a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Mediawet. ‘Kerkfilternet’, het verbinden van kerkgebouwen/diensten met luisteraars elders, houdt als nevenactiviteit te weinig verband met en staat te weinig in dienst van de hoofdtaak van de EO.
Kamervragen van het kamerlid Van der Vlies over Kerkfilternet
De minister van Economische Zaken mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen mede namens de Staatsecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap mr. M.C. van der Laan als volgt beantwoord.
1. Hebt u kennisgenomen van berichten in de media dat de Evangelische Omroep moet stoppen met Kerkfilternet?
Ja hiervan heb ik kennis genomen.
2 . Wat zijn de argumenten van het Commissariaat voor de Media om geen toestemming te verlenen om deze dienst aan te bieden?
Het Commissariaat voor de Media beschouwt het aanbieden van Kerkfilternet door de EO als een niet toegestane nevenactiviteit. Volgens het Commissariaat wordt niet voldaan aan het vereiste van artikel 57a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Mediawet.
“Naar het oordeel van het Commissariaat houdt Kerkfilternet onvoldoende verband met de hoofdtaak van de EO en staat Kerkfilternet evenmin ten dienste van die taak nu het daarbij uitsluitend althans hoofdzakelijk gaat om het verbinden van kerkgebouwen met luisteraars elders voor het overbrengen van kerkdiensten, zonder inhoudelijke bewerking van de getransporteerde inhoud door de EO, … Al met al gaat het in feite om het … verzorgen van een telecommunicatiedienst.
Het verzorgen van een dergelijke dienst is te ver verwijderd van de taakstelling van de EO en dient de EO dan ook volledig aan derden over te laten.”Voor de verdere overwegingen van het Commissariaat verwijs ik naar het bijgevoegde besluit.
3. Deelt u de mening dat er geen onnodige belemmeringen mogen zijn voor innovatieve initiatieven op het gebied van de kerktelefonie?
Ja, onnodige belemmeringen zijn ongewenst.
4. Is het afwijzen van dit initiatief niet vooral gebaseerd op een langzamerhand vervagend onderscheid tussen telefoniediensten, internetdiensten en andere activiteiten?
Nee, de beslissing van het Commissariaat voor de Media is gebaseerd op de voorwaarden die de Mediawet stelt aan activiteiten die door publieke omroeporganisaties ter hand mogen worden genomen.
5. Wat zijn de concrete belemmeringen in de Telecommunicatiewet en de Mediawet om deze toestemming te onthouden?
De Telecommunicatiewet werpt geen concrete belemmeringen op. Zie voor de Mediawet het antwoord op vraag 2.
6. Bent u bereid de wettelijke of andere belemmeringen voor dergelijke initiatieven op korte termijn op te heffen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, wat zijn daarvoor uw argumenten?
Nee, het uitgangspunt van de Mediawet dat een publieke omroeporganisatie alleen activiteiten mag verrichten die verband houden met de publieke taak wil de Staatsecretaris van OCenW niet los laten. Het staat anderen vrij een dergelijke dienst aan te bieden.