Onlangs heeft het Ministerie van Justitie een concept-wetsvoorstel ingediend over het opleggen van een reisverbod als bijkomende straf. Volgens de Wetenschappelijke Commissie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) roept dit concept-wetsvoorstel in zijn huidige vorm nogal wat vragen op omtrent definities, werkingssfeer en praktische uitvoerbaarheid.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het concept-wetsvoorstel strekt er toe een reisverbod op te nemen als nieuwe bijkomende straf in het Wetboek van Strafrecht. Een reisverbod kan als bijkomende straf worden opgelegd als sprake is van een veroordeling wegens een misdrijf met een grensoverschrijdend karakter.
Om het reisverbod effectief te kunnen handhaven is aanpassing van de Paspoortwet noodzakelijk. In de Paspoortwet zal worden bepaald dat de paspoortautoriteit bij oplegging van een reisverbod verplicht is een paspoort vervallen te verklaren, de aanvraag voor een nieuw paspoort te weigeren of een document te verstrekken dat beperkt is in territoriale geldigheid.
Vraagtekens
De Wetenschappelijke Commissie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) plaatst kanttekeningen bij dit concept-wetsvoorstel. Zo is in de praktijk toezicht alleen mogelijk bij grensoverschrijdend verkeer via luchthavens. Omdat ID-kaarten niet kunnen worden ingenomen (vanwege de legitimatieplicht) kan binnen het Schengengebied de facto vrij worden gereisd. Verder is voor de rechter de vraag van belang welke uitleg gegeven dient te worden aan een begrip als misdrijf met een “grensoverschrijdend karakter”.
De concept-toelichting biedt onvoldoende aanknopingspunten voor toepassing van het verbod door de Nederlandse rechter in andere gevallen dan waarvoor het oorspronkelijk was bedoeld: een reisverbod voor recidiverende drugskoeriers. De NVvR geeft de staatssecretaris in overweging het wetsvoorstel in deze zin aan te passen en, in ieder geval, toe te lichten met het oog op de aangegeven NVvR-vraagpunten.