Leeftijdsonderscheid in sociale plannen is toegestaan, als dat ten doel heeft de kansen van werknemers op de arbeidsmarkt te vergroten. Dat blijkt uit een advies dat de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) vandaag heeft uitgebracht. De CGB adviseert minder in starre leeftijdscategorieën te denken, ook bij regelingen die ten doel hebben inkomensderving na ontslag te compenseren.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Sinds de invoering van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL) krijgt de CGB geregeld verzoeken van zowel werkgevers als werknemers om sociale plannen te beoordelen. Omdat het voor oudere werknemers na gedwongen ontslag lastiger is weer aan de slag te komen, zijn aparte financiële regelingen voor hen in beginsel toegestaan. Sociale partners moeten de daarbij gehanteerde leeftijdsgrenzen wel kunnen motiveren.
Oudere werknemers uitsluiten van (om)scholing is in strijd met de WGBL. Dat scholing voor ouderen weinig zin zou hebben, onderstreept juist de vooroordelen over de inzetbaarheid van ouderen. De CGB roept sociale partners daarom op de employability van werknemers, ongeacht hun leeftijd, voorop te stellen.
Het hanteren van de zogenoemde kantonrechtersformule bij het vaststellen van ontslagvergoedingen in sociale plannen is in principe toegestaan. Alex Geert Castermans, CGB-voorzitter, zegt hierover: “Een werkgever mag trouwe werknemers best belonen en rekening houden met de arbeidsmarktpositie van ouderen. Het is daarbij wel zaak deze groep niet het stempel ‘onbemiddelbaar’ mee te geven. Dat levert een lastige spagaat op. Die kan worden voorkomen door te focussen op kansen in plaats van onmogelijkheden en door niet met scherpe verschillen, maar glijdende schalen te werken.”