Onlangs kwam in een zaak voor Hof Leeuwarden de vraag aan de orde of een samenwerkingsverband tussen twee partners (man-vrouwfirma) was aan te merken als een ongebruikelijk samenwerkingsverband. Het Hof was van mening dat dit het geval was. Deze vraag was van belang om te kunnen bepalen of beide partners gebruik konden maken van de ondernemersaftrek (o.a. de zelfstandigenaftrek) als zij aan het zogenoemde urencriterium van 1.225 uren zouden voldoen. Als de door een partner gewerkte uren hoofdzakelijk (voor meer dan 70%) zien op werkzaamheden van ondersteunende aard in de onderneming en het is ongebruikelijk dat een dergelijk samenwerkingsverband met een willekeurige derde zou zijn aangegaan, dan tellen de uren niet mee voor het urencriterium. In deze zaak had de vrouw daardoor geen recht op de zelfstandigenaftrek.
[url=http://www.nl.pwc.com/extweb/bn/TaxNews.nsf/Public/RU77356]
Wanneer is sprake van een ongebruikelijk samenwerkingsverband?[/url], PWC
Uitspraak, Gerechtshof Leeuwarden, LJ-Nummer: AR6439, Zaaknr: BK 876/03