Donderdag is de derde aflevering uit de jaargang 2007 van Rechtstreeks verschenen, onder de titel: Strafrechter en strafketen: de gang van de zaken, 1995-2006. Het nummer geeft een beeld van ontwikkelingen in het aantal en soort strafzaken dat door de rechter wordt afgedaan en de manier waarop dat gebeurt.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Deze uitgave is gebaseerd op statistische informatie over de gang van de zaken in de strafketen en daarbinnen bij de strafrechter. Deze informatie, vooral afkomstig van WODC en CBS, is aangevuld met indrukken van Officieren van Justitie en rechters.
Enkele bevindingen zijn:
- De geregistreerde vermogenscriminaliteit is de afgelopen jaren duidelijk afgenomen. Van 2002 tot 2006 daalde deze met 24%. Geïnterviewde Officieren van Justitie en rechters schrijven dit met name toe aan het veelplegersbeleid. De sinds 2001 ingevoerde maatregelen rond de strafrechtelijke opvang van verslaafden en de insluiting van stelselmatige daders lijken effect te hebben gehad.
- Het aantal opgelegde taakstraffen laat al lange tijd een groei zien. Tot 2002 kwamen taakstraffen vooral in de plaats van boetes en voorwaardelijke straffen, daarna steeds meer in plaats van vrijheidsstraffen.
- Rechters spreken voor hen verschijnende verdachten de laatste jaren vaker vrij. Gebeurde dit in 2004 nog in 4% van de gevallen, in 2006 was dit gestegen tot 7%. De stijging trad vooral op na de commotie rond de Schiedammer-parkmoord. Veel geïnterviewden menen dat rechters zich sindsdien kritischer tegenover het door het OM aangedragen bewijsmateriaal zijn gaan opstellen. Bij jeugdige verdachten is al langer een stijging van het percentage vrijspraken te zien. De kwaliteit van het bewijs in het jeugdstrafrecht is volgens geïnterviewde Officieren van Justitie en rechters in de loop van de tijd belangrijker geworden, maar zou juist zijn afgenomen.
- De toepassing van voorlopige hechtenis is sinds 1995 sterk verruimd. De feitelijke duur van de vrijheidstraf is daardoor steeds vaker beïnvloed door de duur van de voorlopige hechtenis. Het vonnis van de strafrechter heeft daarmee aan feitelijke betekenis ingeboet.