Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft bij uitspraak van heden het beroep van Arriva Personenvervoer Nederland B.V. tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam OV-bureau Groningen Drenthe gegrond verklaard.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Arriva is concessiehouder voor de exploitatie van het stads- en streekvervoer in Groningen en een deel van Drenthe. Naar aanleiding van een in 2005 uitgevoerd onderzoek naar de stiptheid van de door Arriva geëxploiteerde buslijnen is aan Arriva een malus opgelegd van € 100.000,-.
Arriva heeft hiertegen bij het Openbaar Lichaam bezwaar gemaakt en een beroep gedaan op de in de concessie opgenomen overmachtclausule. Volgens Arriva zijn de vertragingen het gevolg van de intocht van Sinterklaas en een ernstig verkeersongeval op een toegangsweg naar het busstation.
Het Openbaar Lichaam heeft de bezwaren van Arriva ongegrond verklaard. Hij is van mening dat in de concessie is bepaald dat vertragingen of omrijschade ten gevolge van congestie, calamiteiten of evenementen tot het normale bedrijfsrisico van de vervoerder behoren.
Het College volgt het Openbaar Lichaam niet. Het College is van oordeel dat het Openbaar Lichaam ter onderbouwing van zijn bevoegdheid ten onrechte heeft verwezen naar de paragraaf in de concessie die betrekking heeft op de verdeling van aansprakelijkheid voor schade als gevolg van stremmingen en omleidingen. Volgens het College houdt deze regeling geen verband met de bonus/malusregeling in de concessie. Bovendien komt Arriva wat betreft de vertraging veroorzaakt door het verkeersongeval een beroep op overmacht toe. Het gaat hierbij immers om een objectieve verhindering. Dit geldt niet voor de vertraging veroorzaakt door de intocht van Sinterklaas. Arriva was of had van tevoren op de hoogte kunnen zijn van dit evenement en had het Openbaar Lichaam kunnen informeren over eventueel optredende vertragingen.
Het College heeft de beslissing van het Openbaar Lichaam vernietigd. Het besluit waarbij de malus aan Arriva is opgelegd is door het College herroepen, omdat door het gerechtvaardigde beroep op overmacht geen sprake meer is van een overschrijding van de stiptheidsnormen.
