Het wetsvoorstel “Belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties” is op 13 december aangenomen door de Eerste Kamer. Deze wet treedt op 1 januari 2005 in werking en voorziet in de invoering van beroep bij de rechtbank en hoger beroep bij het gerechtshof in belastingzaken. Nu nog zijn alleen de vijf gerechtshoven feitenrechter meteen gevolgd door cassatie bij de Hoge Raad. De herziening moet het systeem in overeenstemming brengen met de algemeen geldende rechtspraktijk, die voorziet in behandeling in twee feitelijke instanties.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Taakverdeling
Op 1 januari 2005 krijgen alle rechtbanken en gerechtshoven een nieuw takenpakket op fiscaal gebied. Rechtszaken over belastingen van lagere overheden (provincies, gemeentes en waterschappen) worden behandeld door alle negentien rechtbanken. Voor kwesties rond rijksbelastingen kunnen belastingplichtigen in eerste instantie terecht bij vijf rechtbanken: Arnhem, Breda, Den Haag, Haarlem en Leeuwarden. Deze zijn gekoppeld aan een hofressort (Arnhem, Den Bosch, Den Haag, Amsterdam en Leeuwarden). In de ressorts Amsterdam en Den Bosch wordt echter niet de rechtbank in die steden bevoegd voor belastingzaken, maar zijn de rechtbanken in respectievelijk Haarlem en Breda daarvoor aangewezen. De rechtbank Haarlem krijgt er als extra taak alle douanezaken bij (accijnzen en invoerrechten). De belastingkamers maken deel uit van de bestuurssectoren van de rechtbanken.