Cybercrime ofwel computer- en internetcriminaliteit is in een luttel aantal jaren uitgegroeid tot een verschijnsel waarmee iedere computergebruiker bijna dagelijks wordt geconfronteerd. De gevolgen van bijvoorbeeld spam en (vooralsnog toegestane) spionagesoftware mogen dan meestal beperkt blijven en hacken wordt doorgaans als sport gezien, maar de technische vaardigheden die erachter schuilgaan, worden ook ingezet voor zeer schadelijke activiteiten. Te denken valt aan identiteitsroof, plundering van bankrekeningen en het verstoren van vitale infrastructuren als drinkwater- en elektriciteitsvoorzieningen. In dit nummer van Justitiele verkenningen treft u daarvan verschillende aansprekende voorbeelden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Daarnaast heeft het internet tal van criminele activiteiten een nieuwe dynamiek gegeven. Kinderporno is met enkele muisklikken verkrijgbaar en de vervaardigers/verspreiders ervan hebben de hele wereld als afzetmarkt. Handelaren in wapens, geneesmiddelen, drugs en illegale software gebruiken het internet volop als marketing- en verkoopinstrument. Dat je tegenwoordig niet alleen in de ‘echte’ wereld kunt vertoeven, maar ook in een virtuele wereld, is op zich prachtig. Maar het betekent ook dat voorheen in hun eigen omgeving geïsoleerde personen met extreemradicale opvattingen gemakkelijk met geestverwanten in contact kunnen komen. Zo wordt wel gesteld dat er tegenwoordig een vorm van radicale islam bestaat, geheel los van een specifieke culturele context. Deze bestaat maar op één plek: het internet. Meer in het algemeen kan worden opgemerkt dat de door internet veroorzaakte democratisering van kennis er ook toe heeft geleid dat deskundigen die normaliter een filterfunctie vervullen – bijvoorbeeld artsen, journalisten, geestelijken, leraren – worden omzeild of dat men via internet zijn eigen arts of geestelijke zoekt.
Cybercrime is maar één van de vele verschijnselen waarin de ingrijpende invloed van informatie- en communicatietechnologie op de samenleving tot uitdrukking komt. De alomtegenwoordige en zich steeds verder ontwikkelende technologie is ook van grote invloed op de rechtshandhaving. Informatie kan in ongekende hoeveelheden worden opgeslagen en technieken om daaruit de relevante feiten te selecteren en te combineren op het gewenste moment, zijn volop in ontwikkeling. Dit stelt justitie en politie in staat tot een pro-actieve benadering van criminaliteitsbestrijding en handhaving van de openbare orde. Dat als gevolg daarvan grote groepen burgers als potentiële wetsovertreders en/of informanten worden benaderd, wordt voor lief genomen. Deze ontwikkeling roept tevens de nodige vragen op met betrekking tot privacybescherming. Veel privacygevoelige informatie wordt overigens in eerste instantie door de commercie aan de consument ontfutseld en is gericht op het verlenen van service, het bieden van comfort. Tegelijkertijd is er een tendens om het koppelen van verschillende informatiebestanden te vergemakkelijken zodat in de toekomst ook justitie en politie in principe toegang zouden kunnen krijgen tot dergelijke privé-informatie. Ook de verplichting die internetaanbieders als uitvloeisel van Europese wetgeving opgelegd hebben gekregen om verkeersgegevens van klanten enkele jaren op te slaan, laat zien dat privacy aan belang heeft ingeboet.
M. Schuilenburg (2004), De noodtoestand als regel – Cyberkritische reflecties over de openbare ruimte , Justitiële verkenningen 2004/08
Volledige tekst
H.A.M. Luiijf (2004), De kwetsbaarheid van de ICT-samenleving, Justitiële verkenningen 2004/08
Volledige tekst
J.E.J. Prins (2004), Technologie en de nieuwe dilemma’s rond identificatie, anonimiteit en privacy, Justitiële verkenningen 2004/08
Volledige tekst
Chr.A. Alberdingk Thijm (2004), Peer-to-peer vs. auteursrecht, Justitiële verkenningen 2004/08
Volledige tekst
H.W.K. Kaspersen (2004), Bestrijding van cybercrime en de noodzaak van internationale regelingen, Justitiële verkenningen 2004/08
Volledige tekst
W.Ph. Stol (2004), Trends in cybercrime, Justitiële verkenningen 2004/08
Volledige tekst