Pensioen dat men heeft opgebouwd gedurende een werkperiode in het buitenland, kan in Nederland maar ook in het vroegere werkland zijn belast. In dat geval geven de regels van internationaal belastingrecht -zoals een belastingverdrag- aan welk land heffingsbevoegd is over de pensioenuitkeringen en hoe de voorkoming van dubbele belasting verloopt.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Volgens regels van internationaal belastingrecht is het gangbaar dat het woonland van de pensioengenieter het in het bedrijfsleven opgebouwde pensioen (veelal exclusief) in de belastingheffing betrekt. In een concreet geval zal hierbij het van toepassing zijnde belastingverdrag dienen te worden geraadpleegd.
Heeft Nederland geen belastingverdrag afgesloten met het vroegere werkland, dan kunnen onder omstandigheden de regels van het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting nog uitkomst bieden. Om van Nederland een voorkoming van dubbele belasting te krijgen, geldt als voorwaarde dat de pensioeninkomsten in het vroegere werkland onderworpen zijn aan een belasting die vanwege dat land wordt geheven. Of dat daadwerkelijk het geval is, hangt af van de nationale wet- en regelgeving van het vroegere werkland en ook of die wet- en regelgeving voldoende helder is om de Nederlandse rechter kan overtuigen op het punt van de belastbaarheid aldaar. Illustratief hierbij is een uitspraak van Rechtbank Breda.
De procedure betrof een man die in Nederland pensioeninkomsten genoot, die deels zagen op de vroegere dienstjaren waarin hij ruim vier jaar in Jamaica en bijna zes jaar Zimbabwe had gewerkt. Naar deze landen was de man door zijn werkgever, een nv, uitgezonden geweest. Het pensioenfonds had over zijn hele pensioen loonbelasting ingehouden. De man claimde in zijn aangifte inkomstenbelasting over 2001 een voorkoming van dubbele belasting voor het pensioen dat hij in zijn werkperioden in Jamaica en in Zimbabwe had opgebouwd. De rechtbank stelde vast dat de geclaimde voorkoming van dubbele belasting voor het pensioen uit de Zimbabwaanse werkperiode niet langer meer in geschil was maar nog wel de voorkoming over de Jamaicaanse werkperiode.
Uit enkele stukken uit de Jamaicaanse wet op de inkomstenbelasting en een toelichting daarop van het International Bureau of Fiscal Documentation over de methodiek van belastingheffing van niet-inwoners, maakte de rechtbank op dat zij in Jamaica belastbaar zijn voor inkomsten uit werkzaamheden verricht in Jamaica. Tot deze inkomsten behoren ook pensioenen die voortvloeien uit vroegere dienstbetrekking in Jamaica. Uit de toelichting bleek verder dat Jamaica in bepaalde gevallen pensioenen tot een bedrag van JMD 45.000 per jaar vrijstelt van belastingheffing. Nu de man hierover geen verdere informatie had verschaft, achtte de rechtbank het niet onmogelijk dat deze vrijstelling ook gold voor het Jamaicaanse pensioen van de man.
Voorts wees de rechtbank op een specifieke bepaling uit de Jamaicaanse wet op de inkomstenbelasting. Het betrof een bepaling over het heffingsbereik van de Jamaicaanse inkomstenbelasting op basis van de remittance-base. Dit is specifiek iets dat in Angelsaksische belastingsystemen voorkomt. De wetsbepaling hield kort gezegd in dat Jamaica alleen van niet-inwoners heft als zij inkomsten ontvangen die afkomstig zijn van bronnen van het eiland en ook ontvangen zijn op het eiland. De inkomsten moeten dus naar het eiland zijn overgemaakt (remitted).
De rechtbank was van oordeel dat het heel goed mogelijk is dat het begrip bronnen in dit geval niet ziet op werkzaamheden maar op de bron van waaruit het pensioen wordt voldaan; het in Nederland gevestigde pensioenfonds. De rechtbank merkte op dat Groot-Brittannië de remittance-base techniek ook toepast op door een buitenlands pensioenfonds in het buitenland betaald pensioen. Nu de man in Nederland woonde, stond daardoor vast dat het door hem genoten pensioen niet kon worden aangemerkt als te zijn ontvangen op het eiland.
Wilde de man in aanmerking komen voor een voorkoming van dubbele belasting voor het p ensioen uit zijn Jamaicaanse werkperiode, dan moest hij aannemelijk zien te maken dat dit pensioen in Jamaica is onderworpen aan inkomstenbelasting. De rechtbank was echter van oordeel dat de man in zijn bewijslast niet was geslaagd.