In beginsel heeft iedereen recht op een afschrift van zijn of haar persoonsgegevens. Als het gaat om de ruwe testgegevens van een psychologische test, is het echter gerechtvaardigd dit inzagerecht te beperken door degene die de test heeft gedaan alleen inzage te bieden tijdens een gesprek, gecombineerd met een schriftelijk rapport met de resultaten van de test. Op die manier behouden de psychologische tests hun waarde en blijven zij auteursrechtelijk beschermd. Dit heeft het CBP laten weten in antwoord op vragen over het inzagerecht van het Nederlands Instituut van Psychologen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Iedereen heeft er op grond van artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) recht op kennis te nemen van de verwerking van zijn persoonsgegevens. Dit recht kan echter in een aantal gevallen worden beperkt (artikel 43 Wbp). Het CBP heeft onderzocht of artikel 43 van toepassing is bij het geven van inzage in het ruwe testmateriaal bij psychologische tests.
Het CBP concludeert in de eerste plaats dat het beperken van het inzagerecht inderdaad noodzakelijk is om de auteursrechtelijke bescherming van de tests te garanderen. In de tweede plaats staat het recht op het ontvangen van een afschrift van de test op gespannen voet met het belang van de beroepsgroep om de test zijn waarde te laten houden en met de bescherming van het auteursrecht. De combinatie van deze twee belangen rechtvaardigt een beperking van het inzagerecht. Het CBP concludeert dat er geen andere manier dan beperking van het inzagerecht is om de nadelige gevolgen van het geven van een afschrift van het testresultaat te voorkomen. Het geven van het afschrift met de vermelding dat het niet verder verspreid mag worden, biedt onvoldoende zekerheid.
Het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) was er van verschillende zijden uit de beroepsgroep op gewezen, dat het verstrekken van testmateriaal aan cliënten ernstig afbreuk doet aan de professionele belangen van de beroepsgroep. De kans is dan immers groot dat de vragenlijsten in de openbaarheid komen. Potentiële cliënten kunnen dan van te voren oefenen, waardoor de betrouwbaarheid van de testuitslag zal afnemen. Daarnaast hadden de makers van de tests het NIP laten weten dat het testmateriaal auteursrechtelijk is beschermd. Zij geven psychologen geen toestemming hun cliënten een afschrift van de test te verstrekken. Naar aanleiding van deze signalen heeft het NIP, dat er voorstander van is dat een betrokkene desgevraagd inzage krijgt in zijn gegevens, ook in het ruwe testmateriaal, het CBP om zijn zienswijze gevraagd op de vraag of beperking van het wettelijk inzagerecht om de genoemde redenen mogelijk is.