De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) kreeg de vraag voorgelegd of de regiopolitie Amsterdam-Amstelland in strijd met de wet handelt door de werkzaamheden van een buitengewoon opsporingsambtenaar aan te wijzen als uniformtaak.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Deze politiemedewerker verrichtte haar werk op de informatieafdeling al jaren in burgerkleding. Om geloofsredenen draagt zij een hoofddoek. Tot haar takenpakket behoren loketwerkzaamheden en werkzaamheden in een cellencomplex. Vorig jaar besloot haar werkgever dat haar werkzaamheden voortaan in uniform moesten worden uitgevoerd. De werkgever staat de combinatie van uniform en hoofddoek niet toe en daardoor kan de vrouw niet al haar werkzaamheden meer uitvoeren.
Omdat bij de werkzaamheden in het cellencomplex geen sprake is van publiekscontacten, oordeelt de CGB dat de aanwijzing van deze werkzaamheden als uniformtaak niet noodzakelijk is, mede gelet op het gevolg voor de vrouw. Daarom is hier sprake van verboden onderscheid.
Dat ligt anders bij de loketwerkzaamheden, waar wel sprake is van publiekscontacten. Voor deze werkzaamheden heeft de werkgever zijn belang bij het dragen van een uniform door de werknemers zwaar mogen laten wegen, in verband met de gewenste herkenbaarheid en een neutrale gezagsuitstraling. In dat geval is dan ook geen verboden onderscheid gemaakt.
De CGB beveelt aan terughoudend om te gaan met het aanwijzen van politietaken als uniformtaak. Immers, als de combinatie uniform en hoofddoek niet is toegestaan, heeft dat gevolgen voor vrouwen die om geloofsredenen een hoofddoek dragen.
De CGB laat zich in dit oordeel niet uit over de combinatie uniform en hoofddoek als zodanig. Daar zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich naar verwachting op korte termijn over uitspreken.