Op donderdag 27 januari heeft in de Kamer de eerste termijn plaatsgevonden van het plenaire debat over de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta). De tweede termijn staat gepland voor dinsdag 1 februari. Deze wet regelt het toezicht op accountantsorganisaties. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de reeds bestaande structuren van de beroepsorganisaties. Recente boekhoudschandalen hebben een aantal zwaktes blootgelegd in de onafhankelijke positie van de accountant. Accountants hebben niet altijd de rol kunnen spelen of gespeeld die van hen verwacht zou mogen worden. De schade hiervan slaat niet alleen terug op de beroepsgroep zelf, maar op de hele maatschappij. Accountants genieten een beschermde positie omdat zij het publiek belang moeten dienen. Daarom is onafhankelijk publiek toezicht op accountantsorganisaties noodzakelijk.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het wetsvoorstel sluit nauw aan bij het onlangs door de EU-lidstaten in de Ecofin-Raad (Europese ministers van Financiën) aanvaarde richtlijnvoorstel over het toezicht op de accountantscontrole dat nu in het Europees Parlement zal worden behandeld. Dat richtlijnvoorstel stelt onder meer de volgende eisen aan nationale wetgeving:
a)
Er moet onafhankelijk, publiek toezicht komen.
De bestaande beroepsorganisaties worden bestuurd door de accountants zelf en behartigen ook de belangen van hun leden: dat zijn alle in Nederland werkende accountants. Om die reden moest het toezicht terechtkomen bij een publieke toezichthouder. Op verzoek van de Tweede Kamer en vanuit lastenoogpunt, wordt het toezicht ondergebracht bij een bestaande toezichthouder: de AFM.
b)
Dit toezicht moet zich uitstrekken over het domein van de wettelijke controles.
c)
Een beperking tot alleen de zogenaamde organisaties van openbaar belang (m.n. beursgenoteerde ondernemingen), zoals wel door sommigen als mogelijkheid is geopperd, is helaas niet toegestaan. Wel zal in de mate en de zwaarte van het toezicht gedifferentieerd worden tussen deze oob’s en de niet-oob’s.
d)
Met behoud van de eigen verantwoordelijkheid van de beroeporganisaties NIVRA en NOvAA moet de wetgever voortaan ook zelf regels kunnen stellen.
e)
Er komt een registratie van goedgekeurde accountants en accountantsorganisaties.
Deze goedkeuring wordt afgegeven door de onafhankelijke toezichthouder. Dit mag op grond van de richtlijn niet in handen van de beroepsorganisaties blijven, zoals nu nog het geval is.
De Wta is een kaderwet en stelt slechts in beperkte mate gedetailleerde regels. Veel van de regels die de hoofdnormen uit de wet invullen, worden in beginsel ingevuld door zelfregulering. Hiermee wordt optimaal gebruik gemaakt van de aanwezige kennis en ervaring van de bestaande beroepsorganisaties. Alleen voor het optreden van de AFM richting accountantsorganisaties wordt het nodige aan regels gecreëerd via de wet en de bijbehorende algemene maatregel van bestuur. Dit dient vooral om de bevoegdheden van de toezichthouder helder af te bakenen. Daarmee wordt ook voorkomen dat de toezichthouder teveel macht en bevoegdheden krijgt.
Voor die activiteiten die niet tot de wettelijke taak en opdracht van accountants horen, blijven de beroepsorganisaties primair verantwoordelijk. Wel biedt de Wta de mogelijkheid om democratisch gelegitimeerd in te kunnen grijpen bij de beroepsorganisaties. Die verliezen daarmee hun nu nog absolute autonomie. Zij zullen zich meer dan ooit moeten concentreren op hun taak als behartiger van het publiek belang. Belangrijk is ook in het licht van de boekhoudschandalen dat de beroepsorganisaties gevraagd en ongevraagd voortaan echt verantwoording moeten afleggen bij de minister en de Tweede Kamer.
Wetsvoorstel Wet toezicht accountantsorganisaties
Memorie van Toelichting
Nader rapport inzake het voorstel van Wet toezicht accountantsorganisaties
Nota naar anleiding van het verslag Wet toezicht accountantsorganisaties
Nota van wijziging Wet toezicht accountantsorganisaties