Het Gerechtshof ‘s-Gravenhage heeft vandaag in hoger beroep de verdachte A.T. vrijgesproken van voorbereiding van moord, doodslag dan wel zware mishandeling, door media eerder wel aangeduid als ‘bedreiging’. Het hof heeft niet bewezen geacht dat de verdachte met een mes naar de woning van mevrouw Balkenende en haar echtgenoot is gegaan als onderdeel van een vooropgezet plan om haar en/of hem van het leven te beroven althans zwaar lichamelijk letsel aan te doen. Bij een doorzoeking van zijn woning trof de politie echter een geladen pistool aan. Voor het illegaal bezit van het pistool heeft het hof terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd omdat het hof bescherming van de samenleving dringend nodig acht.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De man werd ervan verdacht in oktober 2003 naar de woning van de minister-president en zijn echtgenote te zijn gegaan om een van hen (dan wel beiden) van het leven te beroven of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Op het politiebureau bleek de verdachte een groot keukenmes bij zich te hebben.
Vrijspraak
De verdachte lijdt volgens de deskundigen van het Pieter Baan Centrum aan (onder meer) paranoïde wanen. Volgens het hof had hij dat mes ‘slechts’ bij zich als middel om zich tegen de – vanuit die waan bedreigende – omgeving zo nodig te kunnen verweren. Het hof vindt in dat oordeel mede steun in hetgeen de gedragsdeskundigen ter terechtzitting in hoger beroep met stelligheid naar voren hebben gebracht. Zij stellen dat de verdachte, toen hij naar haar woning afreisde, (nog geheel) verkeerde in een adorerende en grootheidswaan jegens de echtgenote van de minister-president.
Bovendien is met dit waanidee onverenigbaar dat de verdachte rekening zou houden met de mogelijkheid dat hij door haar zou worden ‘afgewezen’. Onder die omstandigheden valt, aldus het hof, niet te bewijzen dat de verdachte het mes mee heeft genomen om dat te gebruiken voor de (voorgenomen) levensberoving van mevrouw Balkenende (of haar echtgenoot, jegens wie elke aanwijzing van agressieve voornemens van de kant van de verdachte in het dossier ontbreekt). Die bestemming van het mes is in de tenlastelegging opgenomen en vormt een noodzakelijke voorwaarde voor de strafbaarheid van een aldus te plegen voorbereiding tot levensberoving.
TBS
Het hof heeft het illegaal voorhanden hebben van het geladen vuurwapen wel bewezen geacht. Het hof oordeelde de verdachte daarvoor echter niet strafbaar, omdat dat wapenbezit een rechtstreeks gevolg is van de paranoïde angsten van de verdachte. Hoewel illegaal wapenbezit op zichzelf doorgaans niet zodanig ernstig is dat daarvoor terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt opgelegd, heeft het hof dat in deze zaak wel gedaan. Een angstige, gewapende reactie van de verdachte in afweer op door hem ervaren, vermeende bedreiging kan zodanig onmiddellijk gevaar voor anderen opleveren, dat bescherming van de samenleving dringend geboden is. Dat gevaar bleek al in het recente verleden: de verdachte werd in 2001 al veroordeeld tot een gevangenisstraf voor poging tot doodslag op een buurman, die hij geheel onverwachts met een mes had gestoken.