De Rechtbank Rotterdam heeft op 22 januari 2009 uitspraak gedaan in het beroep tegen de afwijzing door OPTA van een verzoek van een privépersoon om op te treden tegen een mogelijke overtreding van het spamverbod. De rechter heeft dit beroep ongegrond verklaard.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Klacht over spam
Deze privépersoon heeft op 29 april 2007 bij OPTA geklaagd over een ontvangen e-mailbericht. Dit bericht van ideële aard afkomstig van een politieke partij was zonder toestemming van de ontvanger verstuurd en valt daarmee onder het verbod op spam. OPTA heeft een handhavingsbeleid voor het bestrijden van spam. Omdat OPTA niet de capaciteit heeft om tegen elke spammail op te treden, doet zij dit onder meer op basis van de hoeveelheid klachten die binnenkomen bij www.spamklacht.nl. Over dit specifieke bericht heeft OPTA één enkele klacht ontvangen, onvoldoende om optreden te rechtvaardigen. Het verzoek tot handhaving heeft OPTA daarom op 4 september 2007 afgewezen. Ook de bezwaren die de privépersoon op dit besluit heeft ingediend, heeft OPTA ongegrond verklaard. Daarop is de privépersoon naar de Rechtbank Rotterdam gestapt.
Oordeel rechter
De rechter stelt vast dat handhavend optreden tegen het spamverbod een bevoegdheid is en geen verplichting. Het handhavingsbeleid spam van OPTA is in overeenstemming met de Bijzondere privacyrichtlijn (2002/58/EG) en de Telecommunicatiewet en is volgens de rechtbank bovendien niet onredelijk. De afwijzing van het handhavingsverzoek is volgens de rechtbank terecht aangezien het slechts één klacht over één mailbericht betrof en het feit dat de afzender een politieke partij was is geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan OPTA van haar handhavingsbeleid had moeten afwijken.
Tegen deze uitspraak kan nog hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.