Hof Amsterdam heeft onlangs beslist dat een alleen voor leden werkzame vereniging niet belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. Het hof heeft de andersluidende uitspraak van Rechtbank Haarlem vernietigd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De procedure betrof een vereniging die de belangen van haar leden behartigde op het gebied van de bedrijfstelecommunicatie. De vereniging ontplooide voor haar leden daartoe uiteenlopende activiteiten. De vereniging ontving van haar leden contributies en belastte in voorkomende gevallen aan leden kosten door bij hun deelname aan activiteiten. De organisatie van de vereniging, het besloten karakter daarvan en de aard van de activiteiten van de vereniging brachten het hof tot het oordeel dat de vereniging niet deelnam aan het economische verkeer en daardoor niet belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. Hier deed niet aan af dat de vereniging over de jaren 2000, 2001 en 2002 substantiële overschotten behaalde.
Voor de vennootschapsbelasting is een vereniging slechts belastingplichtig, indien en voor zover zij een onderneming drijft. Van het drijven van een onderneming is sprake als wordt voldaan aan drie criteria: er moet sprake zijn van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, die gericht is op deelname aan het economische verkeer met het oogmerk winst te behalen.
Hof Amsterdam heeft onlangs in een feitelijke procedure uitspraak gedaan over de vraag of een vereniging belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. De procedure betrof -kort gezegd- een vereniging die de belangen van haar leden behartigde op het gebied van de bedrijfstelecommunicatie. De vereniging ontplooide voor haar leden daartoe uiteenlopende activiteiten. De vereniging ontving van haar leden contributies en belastte in voorkomende gevallen aan leden kosten door bij hun deelname aan een activiteit. De vereniging behaalde over de jaren 2000, 2001 en 2002 overschotten van steeds ongeveer € 100.000.
In 2003 verstuurde de belastingdienst aangiftebiljetten vennootschapsbelasting aan de vereniging voor de jaren 2000, 2001 en 2002. De vereniging deed voor al deze jaren aangifte, maar gaf in de toelichtingen bij de aangiften aan dat zij zichzelf niet belastingplichtig achtte voor de vennootschapsbelasting.
Rechtbank Haarlem was van oordeel dat de vereniging deelnam aan het economische verkeer en dat ze daardoor belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. De rechtbank vond dat de activiteiten een betekenende omvang hadden, dat sprake was van een vergoeding voor geleverde diensten in de vorm van contributie of anderszins en dat de vereniging kennelijk bewust overschotten nastreefde en dus een winstoogmerk had. De vereniging ging in hoger beroep bij Hof Amsterdam.
Het hof kwam tot een geheel ander oordeel. De organisatie van de vereniging, het besloten karakter daarvan en de aard van de activiteiten van de vereniging brachten het hof tot het oordeel dat de vereniging niet deelnam aan het economische verkeer en dat ze daardoor niet belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. Daarmee was niet aan alle voorwaarden voldaan voor het drijven van een onderneming en viel de basis weg voor het aannemen van belastingplicht voor de vennootschapsbelasting.
De inspecteur stelde vervolgens dat de vereniging toch een onderneming dreef omdat de vereniging werkzaamheden verrichtte, waarmee ze in concurrentie trad met natuurlijke personen en lichamen die belastingplichtig waren voor de inkomstenbelasting respectievelijk de vennootschapsbelasting. Het hof wees deze stelling af. Deze uitbreiding van het begrip ‘onderneming drijven’ is alleen aan de orde als reeds is vastgesteld dat sprake is van een organisatie van arbeid en kapitaal die deelneemt aan het economische verkeer en alleen nog het criterium winstoogmerk ter discussie staat. Dat was in onderhavige procedure niet het geval.
Het hof verklaarde het hoger beroep gegrond vernietigde de aanslagen vennootschapsbelasting over 2000 tot en met 2002.