Vernietiging hofuitspraak wegens schending goede procesorde

De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Leeuwarden vernietigd omdat de desbetreffende procedure niet volgens de goede procesorde was verlopen. Een man was tezamen met zijn adviseur op weg naar het hof vanwege een luchtmachtshow in een ongebruikelijke file terechtgekomen.

Zij hadden het hof nog vóór het aanvangstijdstip van de zitting opgebeld en meegedeeld dat zij vanwege een fileprobleem niet tijdig aanwezig konden zijn. Zij verzochten om uitstel van de behandeling. Het hof liet de zitting echter toch doorgaan. Op de zitting had de inspecteur bovendien een nieuwe omstandigheid in de procedure aan de orde gesteld, die het hof geloofwaardig achtte en daarop zelfs zijn oordeel baseerde. De man had vanwege zijn afwezigheid geen gelegenheid tot weerwoord gekregen.

De Hoge Raad was van oordeel dat het hof blijk had moeten geven van een afweging tussen de processuele belangen van de man als procespartij en het belang van een doelmatige procesgang. Daarvan was niet gebleken. De Hoge Raad vernietigde daarom de hofuitspraak en verwees de procedure voor verdere behandeling naar Hof Arnhem.

De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Leeuwarden vernietigd omdat de desbetreffende procedure niet volgens de goede procesorde was verlopen. Een man was tezamen met zijn adviseur op weg naar het hof vanwege een luchtmachtshow in een ongebruikelijke file terechtgekomen. Zij hadden het hof nog vóór het aanvangstijdstip van de zitting opgebeld en meegedeeld dat zij vanwege een fileprobleem niet tijdig aanwezig konden zijn. Zij verzochten om uitstel van de behandeling. Het hof liet de zitting echter toch doorgaan. Op de zitting had de inspecteur bovendien een nieuwe omstandigheid in de procedure aan de orde gesteld, die het hof geloofwaardig achtte en daarop zelfs zijn oordeel baseerde.

De man had vanwege zijn afwezigheid geen gelegenheid tot weerwoord gekregen en beklaagde zich daarover bij de Hoge Raad. Deze bekeek het proces-verbaal van de zitting voor het hof. Daaruit bleek niet dat de man ermee had ingestemd dat de zitting ook bij zijn afwezigheid doorgang zou vinden. In dat geval had het hof ervan moeten uitgaan dat de man op de zitting aanwezig had willen zijn. Vervolgens had het hof een afweging moeten maken tussen enerzijds het belang van een procespartij die onderweg is én persoonlijk op de zitting aanwezig wilde zijn met daarbij de redenen waarom die procespartij verlaat is en anderzijds het algemeen belang van een doelmatige procesgang. Van deze belangenafweging was echter niet gebleken. De Hoge Raad vernietigde daarom de hofuitspraak en verwees de procedure voor een verdere behandeling naar Hof Arnhem.