De Amsterdamse Raad van Discipline heeft afgelopen dinsdag de klacht van de Amsterdamse deken Kemper gegrond verklaard tegen Jaeger Advocaten in Amsterdam.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Jaeger weigerde in juli 2007 dossiers te laten zien aan advocaten-auditors die de naleving van de witwasregelgeving controleerden, onder andere omdat hij meende dat zijn werkzaamheden niet onder de Wet Identificatie bij Dienstverlening (WID, 1 september jl. opgegaan in de Wwft) vielen. Bovendien zou het verschoningsrecht van auditor en deken niet zijn gegarandeerd.
De Raad besliste daarentegen dat krachtens de desbetreffende verordening van de Orde de deken bepaalt of de WID is nageleefd. Een recent advies van onder anderen Floris Bannier en Taru Spronken maakt volgens de Raad duidelijk dat het verschoningsrecht van auditor en deken wel is gegarandeerd. De Raad legt echter geen maatregel op, vanwege het principiële karakter en het ´goede overleg´ tussen deken en verweerder waarin werd besloten de zaak aan de Raad voor te leggen.
Kemper: ´Het ging om de principiële vraag of de informatie die auditors verkregen op geheimzinnige wijze bij het BFT terecht zou kunnen komen.
Die vraag is nu beantwoord, met dat argument kun je nu niet meer aankomen.´ Niettemin gaat Jaeger in beroep bij het Hof van Discipline. ´De Raad heeft niet getoetst of een verordening verbindend is die afbreuk doet aan de geheimhouding, vanwege de inzage in dossiers. Die geheimhouding is een recht van de cliënt, gebaseerd op het EVRM. Dat kunnen wij niet zomaar onder elkaar gaan regelen, en dan schande roepen als anderen aan het verschoningsrecht komen.´