Met de komst van internet komen overeenkomsten vaker digitaal tot stand. De regering heeft dan ook, op verzoek van de Tweede Kamer, onderzocht of een verzekeringspolis elektronisch door de verzekeraar kan worden afgegeven.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Naar aanleiding hiervan heeft de Minister van Justitie uiteindelijk op 25 februari 2008 een wetsvoorstel (31 358) tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en het Burgerlijk Wetboek (BW) bij de Tweede Kamer ingediend teneinde de mogelijkheid te scheppen om bepaalde onderhandse akten (zoals de verzekeringspolis) elektronisch te verstrekken.
Tevens verruimt dit wetsvoorstel de mogelijkheden die het BW biedt voor het elektronisch tot stand komen van overeenkomsten en het digitaal verstrekken van algemene voorwaarden. In deze bijdrage worden in vogelvlucht de belangrijkste gevolgen van dit wetsvoorstel besproken.
Onderhandse akten
Twee eisen die aan een onderhandse akte (bijv. een codicil en de koop van een woning) worden gesteld, zijn ondertekening en schriftelijkheid. Deze eisen belemmeren in beginsel de mogelijkheden die het elektronisch verkeer biedt en zullen moeten worden aangepast om een onderhandse akte elektronisch te kunnen verstrekken. De eerste belemmering is reeds in 2003 weggenomen door de mogelijkheid van een elektronische handtekening in de wet op te nemen. Artikel 3:15a lid 1 BW bepaalt namelijk dat een elektronische handtekening dezelfde rechtsgevolgen heeft als een handgeschreven handtekening indien de methode die daarbij is gebruikt voldoende betrouwbaar is. In het onderhavige wetsvoorstel wordt het schriftelijkheids vereiste ten aanzien van de onderhandse akte in artikel 156a Rv weggenomen, hetgeen het elektronisch verstrekken van een onderhandse akte mogelijk maakt. Het elektronisch opmaken van een onderhandse akte is echter niet toegestaan indien persoonlijke of zakelijke zekerheden worden verstrekt door personen die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en in gevallen die betrekking hebben op het familierecht of het erfrecht.
Ontvangst en instemming
Gelet op de bewijsfunctie van de onderhandse akte is het belangrijk dat degene aan wie de akte moet worden verschaft deze ook daadwerkelijk ontvangt en van de inhoud kennis kan nemen. Hierin voorziet het wetsvoorstel door te bepalen dat aan het verschaffen van de akte niet wordt geacht te zijn voldaan zolang de ontvangst niet is bevestigd. Voorts is in het wetsvoorstel opgenomen dat een onderhandse akte alleen elektronisch kan worden verstrekt met uitdrukkelijke toestemming van degene aan wie de akte moet worden verschaft. Hierbij kan worden gedacht aan het aankruisen van een hokje, waarmee de toestemming wordt gegeven. Degene die de akte heeft ontvangen, kan deze vervolgens zowel schriftelijk als digitaal bewaren, waarbij opgemerkt moet worden, dat de elektronische akte meer bewijskracht zal hebben dan de uitgedraaide versie.
Elektronische opzegging van de verzekeringsovereenkomst?
Indien verzekeraars de mogelijkheid wordt geboden om de polis (en eventuele wijzigingen daarvan) elektronisch te verstrekken, is het alleszins redelijk om verzekeringnemers dan wel uitkeringsgerechtigden ook de mogelijkheid te bieden om elektronisch mededelingen aan verzekeraars te doen. De wettelijke basis hiervoor wordt in het wetsvoorstel verschaft door deze bepaling toe te voegen aan 7:933 lid 2 BW. Dit artikel biedt de wetgever de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels hieromtrent te stellen. Voor de wetgever ligt hier uiteraard een kans om elektronische beëindiging van de verzekeringsovereenkomst door de verzekeringnemer mogelijk te maken.
Algemene voorwaarden
Op grond van artikel 6:233 sub b BW is een beding in de algemene voorwaarden vernietigbaar indien de gebruiker daarvan niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Ingevolge artikel 6:234 lid 1 sub c is o.a. aan deze eis voldaan indien een overeenkomst elektronisch tot stand komt en de algemene voorwaarden elektronisch aan de wederpartij ter beschikking zijn gesteld op zodanige wijze, dat deze door hem kunnen worden opgeslagen en geraadpleegd. De algemene voorwaarden mogen op grond van het huidige recht echter niet elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de overeenkomst schriftelijk tot stand is gekomen. Het wetsvoorstel wil daarin verandering brengen door de mogelijkheid te scheppen om de algemene voorwaarden elektronisch ter hand te stellen ook in geval van schriftelijk contracteren. Indien de overeenkomst schriftelijk tot stand komt, dient de wederpartij echter uitdrukkelijk in te stemmen met het elektronisch verstrekken van de algemene voorwaarden.
Of de ontvangst van de elektronisch verstrekte algemene voorwaarden ook door de wederpartij moet worden bevestigd, zoals bij de elektronisch verstrekte onderhandse akte, wordt niet besproken in het wetsvoorstel en bijbehorende memorie van toelichting. Indien hierover geen duidelijkheid wordt gegeven, zal dit in de toekomst (waarschijnlijk) leiden tot geschillen tussen gebruikers van algemene voorwaarden en wederpartijen over de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden in gevallen waarin de wederpartij ontkent de algemene voorwaarden elektronisch te hebben ontvangen. Het verdient dan ook de voorkeur dat de wetgever de ontvangstbevestiging van de algemene voorwaarden niet ongeregeld laat.
mr. B. Schumacher, USG Juristen