De rechtbank in Den Haag heeft geoordeeld dat politie en Openbaar Ministerie (OM) gesprekken met geheimhouders, zoals advocaten, mag tappen in het kader van strafrechtelijke onderzoeken. Dat blijkt uit het vonnis van de voorzieningenrechter in een kort geding dat was aangespannen tegen de staat door de Nederlandse Vereniging van Strafrecht Advocaten (NVSA). De NVSA eiste dat gesprekken tussen verdachten niet meer getapt worden, bijvoorbeeld door het invoeren van een systeem van nummerherkenning. De Haagse rechtbank vindt echter dat het niet de bedoeling is geweest van de wetgever dat “verschoonbare” communicatie tussen een advocaat en cliënt nooit zou mogen worden opgenomen. Daarnaast blijkt ook uit de wetsgeschiedenis dat verschoningsgerechtigde niet worden gevrijwaard van onderzoek. De rechter heeft verder vastgesteld dat uit de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van eind vorig jaar blijkt dat de daar gedeponeerde klacht over de Nederlandse tappraktijk duidelijk zonder grond is. “Conclusie dient dan te zijn dat geen sprake is van strijd met in het EVRM gewaarborgde rechten”, aldus het vonnis.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Ook geeft de rechter duidelijk aan dat geenszins sprake is van het structureel veronachtzamen van de regelgeving door politie en OM. Het EHRM noemde deze stelling zelfs speculatief.
Het College van procureurs-generaal is tevreden over het vonnis: “De rechtbank bevestigt nog eens wat het Europese Hof eerder al had benadrukt: de Nederlandse tappraktijk is rechtmatig en volgens de wet”.
Uitspraak, Rechtbank ‘s-Gravenhage, LJ-Nummer: AT0304, Zaaknr: KG 04/1411
Pleitnota van landsadvocaat Bitter, RN