De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie om oneigenlijk gebruik van verblijfsrechtelijke procedures aan te pakken. Maatregelen op korte en langere termijn moeten er voor zorgen dat oneigenlijk gebruik van procedures, waarbij de vreemdeling een aanvraag indient met als belangrijkste oogmerk het verkrijgen van rechtmatig verblijf gedurende de behandeling van de aanvraag, wordt voorkomen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Op korte termijn betekent dit dat indien er opnieuw brieven worden ingediend met een verzoek om toepassing van de discretionaire bevoegdheid hiervoor de normale reguliere procedures zullen gelden. Dit betekent dat leges voor de aanvraag betaald moeten worden en dat het wettelijk mvv-vereiste van toepassing is (mvv-aanvraag dient te worden ingediend in het land van herkomst). Tevens zullen de juridische mogelijkheden worden onderzocht van een samenstel van maatregelen die het oneigenlijk gebruik van procedures op de langere termijn moeten terugdringen. Naar verwachting zullen de concrete maatregelen in juni 2005 bekend worden gemaakt.
Directe aanleiding voor de maatregelen is een uitspraak van de Raad van State van 19 november 2004, waarin wordt bepaald dat de meeste van de duizenden ontvangen 14-1 brieven (brieven, waarin door een vreemdeling een beroep op schrijnendheid wordt gedaan) opgevat moeten worden als een aanvraag en het antwoord als een besluit waartegen rechtsmiddelen (bezwaar en beroep) mogelijk zijn. Als gevolg van deze rechterlijke uitspraak, moeten de (meeste) reacties op het antwoord als een bezwaarschrift worden aangemerkt. In totaal zijn circa 2.350 bezwaarschriften ingediend als reactie op de antwoordbrieven.
Aan de Tweede Kamer is vorig jaar toegezegd alle zaken nog éénmaal met het hart te bezien op mogelijke schrijnendheid. Dit heeft er toe geleid dat in een aantal gevallen alsnog een verblijfsvergunning is verleend. Als gevolg van de uitspraak van de Raad van State van 19 november 2004 is het echter mogelijk dat er meerdere malen naar iedere zaak moet worden gekeken. Daarnaast blijft het mogelijk om steeds nieuwe aanvragen hiertoe in te dienen. Dit leidt volgens het kabinet tot een grote kans op oneigenlijk gebruik, dat bovendien ongewenste consequenties kan hebben voor de bestaande asiel-, maar vooral ook reguliere processen en daarom onwenselijk is.
Geconstateerd is dat in veel zaken waarin een beroep op de discretionaire bevoegdheid werd gedaan, sprake is van een herhaling van hetgeen in (één of meerdere) eerdere procedures is aangevoerd, zonder dat dit heeft geleid tot de gevraagde vergunning. Als dan opnieuw een procedure wordt gestart, met een herhaling van eerder aangevoerde omstandigheden, betekent dat niet alleen nieuwe onzekerheid en wellicht valse hoop voor de vreemdeling, maar ook een nieuwe belasting van de uitvoerende instanties en de rechterlijke macht en – waar dat aan de orde is – opnieuw uitstel van het vertrek uit Nederland. Het uitgangspunt is en blijft echter – ook na de uitspraak van de Raad van State – dat degenen die niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning zullen moeten terugkeren.