Een ondernemer-natuurlijk persoon kan de rente op een zakelijke rekening-courant van zijn onderneming bij een bank ook op de bedrijfswinst in aftrek brengen als de rekening-courant mede is gebruikt om daarmee privé-uitgaven te doen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Er geldt hierbij wel een begrenzing. Een verplichte overgang van (een deel van) de rekening-courantschuld naar het privévermogen van de ondernemer zal zich voordoen in de situatie dat een gedeelte van die schuld duurzaam geen band met de onderneming meer heeft. Dat zal het geval zijn als vast komt te staan dat het gedeelte van de rekening-courantschuld niet is ontstaan door financiering van bedrijfsinvesteringen of bedrijfsverliezen, maar is ontstaan door de financiering van privé-uitgaven én die financiering niet meer als tijdelijk, maar als permanent moet worden beschouwd.
Rechtbank Arnhem heeft onlangs een uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid in 2005 van rente van een hypothecaire geldlening en rente van een rekening-courantschuld van een eenmanszaak aan de bank. Op basis van de feiten en omstandigheden bepaalde de rechtbank welk deel van de rente nog aftrekbaar was.
Voor de vraag of rente aftrekbaar is van de winst, is in eerste aanleg de hoedanigheid van de daaraan ten grondslag liggende schuld (zakelijke schuld versus privéschuld) bepalend. De rente is in beginsel aftrekbaar als de schuld tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend (hierna: een zakelijke schuld). Voor de vraag of een schuld als een zakelijke schuld moet worden aangemerkt, zijn de aard (rekening-courant) en de functie (wat wordt er mee gefinancierd) van die schuld van doorslaggevende betekenis.
De Hoge Raad heeft in 2003 een normerend arrest gewezen in een procedure waarin een rekening-courant gemengd werd gebruikt, dat wil zeggen voor zowel zakelijke uitgaven en ontvangsten als voor de financiering van privé-uitgaven. In dat arrest kwam de vraag aan de orde hoe een zodanige rekening-courant fiscaal moet worden geduid: behoort de rekening-courantschuld tot het bedrijfsvermogen of tot het privévermogen? De Hoge Raad gaf aan dat een negatief saldo van een rekening-courant een ondernemingsschuld vormt, als een ondernemer voor de financiering van zijn onderneming gebruikmaakt van een rekening-courant bij een bank. Dit is ook het geval als ten laste van die rekening-courant mede privéopnames zijn gedaan. Deze regel lijdt uitzondering indien en voor zover onmiskenbaar een verband bestaat tussen de rekening-courantschuld en bepaalde niet-reguliere privé-uitgaven, zoals het geval kan zijn indien substantiële privévermogensbestanddelen met het rekening-courantkrediet zijn gefinancierd.
Rechtbank Arnhem heeft onlangs in een feitelijke procedure uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid in 2005 van de rente van een hypothecaire geldlening en van rente van een rekening-courantschuld van een eenmanszaak aan de bank. De desbetreffende rekening-courant werd gemengd gebruikt en was in de loop van de jaren sterk opgelopen. In 2003 was het schuldsaldo van de rekening-courant op verzoek van de bank geheel omgezet in een hypothecaire lening van € 150.000, waarbij de ondernemer hypotheek verleende op zijn woning. Over de hypothecaire lening betaalde hij € 6.300 aan rente. De ondernemer had vervolgens € 25.000 van het geldbedrag tijdelijk aangewend voor de aankoop van aandelen. Daarnaast kreeg hij de beschikking over een nieuwe rekening-courant waarvan het schuldbedrag vanwege privéopnames eind 2004 € 25.272 beliep. In 2005 had de ondernemer over de nieuwe rekening-courantschuld € 1.020 aan rente betaald. De ondernemer en de inspecteur verschilden van mening in welke mate de totale rentelasten aftrekbaar waren van de winst. De zaak kwam voor Rechtbank Arnhem.
De rechtbank ging eerst in op de fiscale gevolgen van een gemengd gebruik van een rekening-courant. Een gemengd gebruik betekent naar het oordeel van de rechtbank dat de rekening-courant tot het keuzevermogen moet worden gerekend en dat de keuze van de ondernemer om deze rekening tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen, in beginsel moet worden gehonoreerd. De omstandigheid dat het gebruik ten behoeve van reguliere privé-uitgaven ertoe leidt dat het saldo van de rekening-courant negatief wordt, doet daar niet aan af. De rechtbank wees daarbij op eerdergenoemd arrest van de Hoge Raad. De rechtbank merkte op dat het arrest niet zodanig moet worden opgevat dat de financiering van reguliere privé-uitgaven nooit ertoe kan leiden dat een gedeelte van de rekening-courant tot het privévermogen moet worden gerekend. De rechtbank gaf aan dat een verplichte overgang naar het privévermogen zich zal voordoen in de situatie dat -net als met permanent overtollige liquide middelen- een gedeelte van een rekening-courantschuld duurzaam geen band met de onderneming meer heeft. Dat zal het geval zijn als vast komt te staan dat het gedeelte van de rekening-courantschuld niet is ontstaan door financiering van bedrijfsinvesteringen of bedrijfsverliezen, maar is ontstaan door de financiering van privé-uitgaven én die financiering niet meer als tijdelijk, maar als permanent moet worden beschouwd.
De rechtbank paste vervolgens deze uitgangsp unten toe op de onderhavige situatie en kwam tot het oordeel dat de hypotheekrente niet aftrekbaar was van de ondernemingswinst. De desbetreffende hypotheekschuld was immers ontstaan omdat de privéopnames in de voorafgaande jaren aanzienlijk hoger waren dan de bescheiden winsten uit die jaren. De hypotheekschuld was daarom een privéschuld. Dezelfde kwalificatie trof het geldbedrag van € 25.000 dat was gebruikt voor de aankoop van aandelen. Deze belegging had geen relatie met de onderneming.
Anders lag het met de rentelast over de nieuwe rekening-courantschuld die eveneens gemengd werd gebruikt. Naar het oordeel van de rechtbank was nog geen sprake van een situatie waarin een gedeelte daarvan moest worden aangemerkt als verplicht privévermogen.. Het saldo van de rekening-courant was nog niet zodanig hoog dat het moest worden beschouwd als een blijvende onttrekking aan het bedrijfsvermogen. De rente van deze schuld was daarom wel aftrekbaar.