De Centrale Raad van Beroep (Centrale Raad), op dit gebied de hoogste rechterlijke instantie, heeft uitspraak gedaan in de eerste zaken over de Wet inburgering. Het College van b&w van de gemeente Den Haag had een Amerikaanse vrouw en een Turkse man meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig zijn. Dit betekent dat zij binnen vijf jaar moeten slagen voor het inburgeringsexamen, op straffe van een (bestuurlijke) boete. Alleen door het met goed gevolg afleggen van de zogenoemde korte vrijstellingstoets kunnen zij worden vrijgesteld van het inburgeringsexamen. Beiden waren het hiermee niet eens. Zij wilden geen inburgeringsexamen afleggen omdat ze vinden dat ze door hun jarenlange verblijf in Nederland voldoende zijn ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Zij wilden ook geen gebruik maken van de korte vrijstellingstoets, omdat bij die toets met betrekking tot mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal hogere eisen worden gesteld, te weten niveau B1 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen, dan bij het inburgeringsexamen, waar geëxamineerd wordt naar het lagere niveau A2 van dit raamwerk.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Centrale Raad van Beroep deelt het standpunt van betrokkenen met betrekking tot de korte vrijstellingstoets. De Raad wijst daarbij op de Memorie van Toelichting bij de Wet inburgering. Daarin heeft de regering overwogen dat niveau B1 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen, het niveau dat bij de korte vrijstellingstoets van toepassing is, naar verwachting voor veel inburgeringsplichtigen een onneembare barrière zal vormen en hen het perspectief op integratie en versterking van hun rechtspositie zal ontnemen, waarvan een contra-productief effect kan uitgaan. De Centrale Raad oordeelt dat de eisen die bij de korte vrijstellingstoets worden gesteld ten aanzien van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal onredelijk bezwarend zijn en verklaart de betreffende wettelijke bepaling op dat punt onverbindend.
De uitspraak heeft tot gevolg dat ten aanzien van inburgeringsplichtigen die stellen voldoende te zijn ingeburgerd in de Nederlandse samenleving, maar die niet de korte vrijstellingstoets met goed gevolg hebben afgelegd, de termijn waarbinnen volgens het gemeentebestuur het inburgeringsexamen moet zijn behaald op straffe van een (bestuurlijke) boete niet is aangevangen.