De Wet politiegegevens (Wpg) regelt de verwerking van persoonsgegevens die zijn of worden opgenomen in bestanden die de politie gebruikt ten behoeve van de uitvoering van de politietaak. Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt toezicht op de naleving van de Wpg. Daarbij gaat het onder meer op controle op de schriftelijke vastlegging van bepaalde aspecten van verwerkingen van de politiegegevens. Voor de handhaving van deze protocolplicht heeft het CBP nieuwe beleidsregels vastgesteld.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Wpg, die sinds 1 januari 2008 als opvolger van de Wet politieregisters van kracht is, bevat regels voor de verwerking van politiegegevens. De kring van politieambtenaren die geautoriseerd zijn bepaalde gegevens in te zien, is uitgebreid. Het is van het grootste belang dat zorgvuldig en correct met deze persoonsgegevens wordt omgegaan. De verantwoordelijke, die belast is met de feitelijke zorg voor de verwerking van de gegevens, is verplicht bepaalde aspecten van verwerkingen van gegevens schriftelijk vast te leggen. Naast deze zogeheten protocolplicht bevat de wet een meldplicht en een bewaarplicht voor bepaalde verwerkingen van politiegegevens.
Het CBP is bevoegd bij overtreding van deze bepalingen een bestuurlijke boete op te leggen. Daarnaast heeft het CBP de bevoegdheid een last onder dwangsom op te leggen. De beleidsregels bevatten een overzicht van de verplichtingen die door het CBP worden gecontroleerd en stellen de hoogte vast van de boetes en de dwangsombedragen.
De beleidsregels zijn 16 oktober 2009, de dag van publicatie ervan in de Staatscourant, in werking getreden.