Het gerechtshof in Den Haag heeft op 26 oktober 2009 een klacht van een Palestijnse burger om een Israëlische minister niet te vervolgen afgewezen. Door de Palestijnse klager was in mei 2008 aangifte gedaan in Nederland tegen de Israëlische minister wegens foltering tijdens zijn detentie eind 1999, begin 2000. De minister was destijds hoofd van de Israëlische Veiligheidsdienst.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het hof komt tot de conclusie dat onvoldoende aanknopingspunten aanwezig zijn voor het bestaan van rechtsmacht voor het vervolgen van de minister in Nederland.
De aangifte door de Palestijnse burger is gedaan kort voordat de minister enige dagen in Nederland zou verblijven. Nadat de minister Nederland had verlaten, kwam het besluit van het openbaar ministerie om niet tot vervolging over te gaan wegens het ontbreken van rechtsmacht.