Op Prinsjesdag hebben de minister en de staatssecretaris van Financiën verschillende fiscale wetsvoorstellen bekendgemaakt. Met de Wet uniformering loonbegrip wordt gehoor gegeven aan de roep vanuit de praktijk om de verschillen in het loonbegrip voor de loonbelasting / premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) weg te nemen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Zowel werkgevers en werknemers als de belastingdienst zijn bij deze vereenvoudigingen gebaat. Vóór 1 juli 2010 zal worden bekendgemaakt of de wijzigingen op 1 januari 2011 of op 1 januari 2012 worden ingevoerd. Zo hebben de verschillende partijen voldoende tijd om zich goed op de wijzigingen voor te bereiden. Bij de invoering geldt geen overgangsrecht en ook geen terugwerkende kracht.
Op Prinsjesdag hebben de minister en de staatssecretaris van Financiën verschillende fiscale wetsvoorstellen bekendgemaakt. Met de Wet uniformering loonbegrip wordt gehoor gegeven aan de roep vanuit de praktijk om de verschillen in het loonbegrip voor de loonbelasting / premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) weg te nemen. Zowel werkgevers en werknemers als de belastingdienst zijn bij deze vereenvoudigingen gebaat. Hierna bespreken wij de belangrijkste elementen van het wetsvoorstel.
Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf-premie)
Het werknemersdeel voor de Awf-premie (onderdeel van de WW) wordt afgeschaft, waarmee de laatste werknemerspremie voor de werknemersverzekeringen komt te vervallen. Met ingang van 1 januari 2009 bedraagt de werknemerspremie weliswaar al 0%, maar formeel bestaat deze nog steeds. De afschaffing betekent een gelijktrekking met de overige premies werknemersverzekeringen. Teruggaven van te veel betaalde premies aan werknemers met verschillende dienstbetrekkingen behoren straks tot het verleden. Ook voor de werkgeverspremie wordt een wijziging voorgesteld, waardoor de grondslag wordt gelijkgetrokken met de overige werkgeverspremies. De franchise wordt afgeschaft en de premie wordt verlaagd van 4,15% naar 1,65%.
Bijtelling privégebruik auto van de zaak
De fiscale bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak geldt nu nog uitsluitend voor de loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw, maar niet voor de premies werknemersverzekeringen. Voorgesteld wordt de bijtelling ook te laten meetellen in de grondslag voor de premies werknemersverzekeringen. Dit betekent een hogere werkgeverspremie, maar ook een hogere grondslag voor een eventuele uitkering aan de werknemer. Indien de werknemer beschikt over een verklaring geen privégebruik geldt deze ook voor de werknemersverzekeringen, wat betekent dat de bijtelling volledig achterwege mag worden gelaten. Echter, als blijkt dat de werknemer op jaarbasis meer dan 500 kilometer privé heeft gereden en de verklaring daarom ten onrechte is afgegeven, worden zowel de naheffing van de loonheffing als de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en de premies werknemersverzekeringen rechtstreeks aan de werknemer opgelegd.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
De huidige heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage bij de werknemer met de bijbehorende verplichte (belaste) werkgeversvergoeding komt te vervallen en wordt vervangen door een werkgeversheffing. De grondslag wordt gelijkgetrokken met die voor de loonheffing en de premies werknemersverzekeringen en gemaximeerd tot € 47.802. De heffing wordt verlaagd van 6,9% naar 6,2%. Deze wijziging betekent een aanzienlijke vereenvoudiging. Zo zien werknemers de inkomensafhankelijke bijdrage niet meer terug op de salarisstrook en krijgen zowel werkgevers als werknemers niet meer te maken met een teruggaafsysteem in het geval van dubbele heffing bij verschillende dienstbetrekkingen.
De inkomensafhankelijke bijdrage voor zelfstandigen en resultaatgenieters blijft bestaan. Ook deze grondslag wordt gemaximeerd tot € 47.802 en de heffing wordt verlaagd van 4,8% naar 4,1%.
Levensloopregeling
Voor de loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw geldt de zogenoemde omkeerregel voor de inleg en opname van het levenslooptegoed – net als bij pensioenaanspraken. De opbouw van het levenslooptegoed is onbelast (de inleg door de werknemer is aftrekbaar) en de opname van het tegoed is vervolgens belast voor de loonheffing. Voor de premieheffing werknemersverzekeringen geldt de omkeerregel op dit moment nog niet. De opbouw van het levenslooptegoed is nu nog belast (de inleg door de werknemer is niet aftrekbaar) en de opname van het tegoed is vervolgens onbelast voor de werknemersverzekeringen.
Voorgesteld wordt om dit verschil in behandeling op te heffen door de omkeerregel ook voor de premies werknemersverzekeringen te laten gelden. Ook deze maatregel betekent uniformiteit in de grondslag en een vereenvoudiging voor de loonstrook van de werknemer.
Vóór 1 juli 2010 zal worden bekendgemaakt of de wijzigingen op 1 januari 2011 of op 1 januari 2012 worden ingevoerd. Zo hebben de verschillende partijen voldoende tijd om zich goed op de wijzigingen voor te bereiden. Bij de invoering geldt geen overgangsrecht en ook geen terugwerkende kracht.
