Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak waarin een Amerikaan die door zijn werkgever was uitgezonden naar de Nederlandse dochtermaatschappij, een nettoloonafspraak had met zijn werkgever. Als deskundige uit het buitenland maakte hij gebruik van de 30%-regeling. Daarnaast koos hij voor zogenoemde partiële buitenlandse belastingplicht. Het geschil zag op de berekening van het belastbaar loon in Nederland en in het bijzonder de volgorde van de toepassing van de dagenbreuk en de brutering van het loon.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak waarin een Amerikaan die door zijn werkgever was uitgezonden naar de Nederlandse dochtermaatschappij, een nettoloonafspraak had met zijn werkgever. Als deskundige uit het buitenland maakte hij gebruik van de 30%-regeling. Daarnaast koos hij voor zogenoemde partiële (beperkte) buitenlandse belastingplicht, waardoor het loon deels in Nederland en deels in de Verenigde Staten werd belast. Het geschil zag op de berekening van het belastbaar loon in Nederland en in het bijzonder de volgorde van de toepassing van de dagenbreuk en de brutering van het loon.
De Amerikaan had voor de berekening van het belastbaar loon in Nederland eerst het aan Nederland toe te rekenen deel van het inkomen vastgesteld met behulp van de dagenbreuk. Vervolgens is door middel van brutering, dat wil zeggen de berekening van netto naar bruto, het belastbaar loon in Nederland vastgesteld. De belastingdienst stelde zich op het standpunt dat voor de berekening van het belastbaar loon juist eerst het totale inkomen dient te worden gebruteerd en pas daarna de dagenbreuk dient te worden toegepast. Als gevolg van het progressieve belastingtarief in Nederland resulteerde deze berekening in een hoger belastbaar loon en legde de inspecteur een naheffingsaanslag op. Na de bezwaarfase beslisten Rechtbank Breda en Hof Den Bosch dat de berekeningswijze van de Amerikaan de juiste is. De Hoge Raad bevestigde deze uitkomst.
In een besluit van 1 februari 2002 over extraterritoriale werknemers wordt vastgesteld dat een naar Nederland uitgezonden Amerikaanse deskundige die kiest voor partiële buitenlandse belastingplicht, voor de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten als Amerikaans inwoner wordt aangemerkt. Nederland mag dan ook alleen belasting heffen over de beloning die is verkregen uit de dienstbetrekking die in Nederland is uitgeoefend. De berekeningswijze van de belastingdienst geldt weliswaar voor inwoners van Nederland, maar niet voor partieel buitenlands belastingplichtigen, zoals de Amerikaan.
In de eerdere conclusie van de advocaat-generaal is met heldere rekenvoorbeelden aangegeven wat de fiscale consequenties zijn van de twee verschillende berekeningswijzen. Indien het standpunt van de belastingdienst zou worden gevolgd, wordt niet alleen het belastbaar loon te ruim berekend, maar ook de grondslag van de 30%-regeling. De uitspraak geeft duidelijkheid over de correcte berekeningswijze van het belastbaar loon in dergelijke situaties.