De besluitvorming over de Nederlandse steun voor de Amerikaanse inval in Irak miste een goed volkenrechtelijk mandaat. Dat constateert de commissie-Davids, die de gang van zaken heeft onderzocht, zo maakte de voorzitter dinsdag bekend bij de presentatie van het rapport. Het rapport telt 49 conclusies.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De tekst van de resolutie 1441 gaf geen vrijbrief aan landen om met geweld in te grijpen. Het Nederlandse kabinet legde die tekst wel zo uit, zo concludeert de commissie. Davids benadrukte echter dat de commissie het politieke oordeel over de ernst van die constatering aan de Tweede Kamer over te willen laten.
Hij liet tijdens zijn presentatie bovendien doorschemeren dat het kabinet de Tweede Kamer niet volledig heeft geïnformeerd over een Amerikaans verzoek voor militaire steun aan de inval.
Binnen het kabinet werd het Amerikaanse verzoek op verschillende manieren opgevat en uitgelegd. De niet direct bij Irak betrokken ministers werden onvoldoende geïnformeerd over de aard en de inhoud van het verzoek.
Ook hadden de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD “nauwelijks eigen informatie over wapens” die Irak zou bezitten, zo constateert de commissie.
Voor een actieve militaire bijdrage van Nederland aan de oorlog in Irak heeft de commissie geen aanwijzingen gevonden.
Verder stelt Davids dat premier Jan Peter Balkenende in het begin weinig of geen leiding gaf aan het debat over Irak. Hij liet het dossier volledig over aan de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer.
De commissie onder leiding van voormalig president van de Hoge Raad Willibrord Davids, opereerde onder strikte geheimhouding. Ook het kabinet was vooraf niet op de hoogte van de inhoud van het honderden pagina’s tellende rapport.
De Tweede Kamer heeft de strikte geheimhouding vorig voorjaar bij de instelling van de commissie onder leiding van topjurist Willibrord Davids afgedwongen.
De partijen wilden daarmee voorkomen dat bewindslieden mogelijk zouden proberen de inhoud te beïnvloeden.
De commissie ging aan het werk na jarenlange druk vanuit de Tweede Kamer. Volgens premier Balkenende, die zich lang tegen het onderzoek heeft verzet, was dat nodig omdat “de dynamiek rond dit onderwerp een eigen leven [ging] leiden”.
Een protocol bepaalde dat enkele ministers een paar passages mochten inzien om te zien of er staatsgeheime informatie in stond die niet openbaar mocht worden.
Vooral in CDA-kringen heerste nervositeit over de bevindingen van de commissie. In de periode van medio 2002 tot medio 2003 waren veel CDA-kopstukken betrokken bij deze kwestie.
Onder hen zijn de huidige minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen, destijds voorzitter van de grootste regeringsfractie, en oud-NAVO-topman Jaap de Hoop Scheffer. Zij zijn ook gehoord door de commissie.
De Tweede Kamer spreekt volgende week dinsdag met voorzitter Willibrord Davids over het onderzoek van zijn commissie naar de Nederlandse besluitvorming om de Amerikaanse inval in Irak politiek te steunen. De bijeenkomst van de Kamercomissie voor Buitenlandse Zaken is openbaar, zo blijkt uit de agenda van het parlement.
Behalve premier Jan Peter Balkenende hebben ook de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer dinsdag een exemplaar van het dikke rapport ontvangen, aldus Davids. De Tweede Kamer had hem gevraagd met het parlement te spreken na publicatie van het rapport.