De omstandigheid dat X het bestuur als marionet heeft gevoerd kan, indien onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest, niet als een externe oorzaak van het faillissement worden beschouwd. De omstandigheid dat X heeft bestuurd als verlengstuk van anderen, laat onverlet dat X zelf de bestuurder was die verantwoordelijk is voor het bestuurlijk handelen. Het komt voor zijn rekening indien hij zich kritiekloos en/of zonder kennis van zaken heeft laten leiden door anderen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Hof ‘s-Hertogenbosch 11 augustus 2009, LJN: BK5887, publicatiedatum 9 december 2009
Relevante feiten
X was van 24 oktober 1996 tot 1 september 2002 bestuurder van Z B.V. (hierna: “Z”). Z is op 11 februari 2003 in staat van faillissement verklaard met benoeming van Y als curator (hierna: “Y”).
Y heeft (onder meer) van X primair in rechte gevorderd een verklaring voor recht dat X jegens de boedel aansprakelijk is voor de schulden van Z voor zover die niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan. Subsidiair vorderde Y voormelde schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad en/of toerekenbare tekortkomingen van X.
De rechtbank wees de vorderingen van Y deels toe. X ging daarvan in hoger beroep.
Beperkte rol in onderneming disculpeert niet van bestuurdersaansprakelijkheid
X heeft tegenover het verwijt (en vermoeden) dat een onbehoorlijke taakvervulling van hem als bestuurder een belangrijke oorzaak van het faillissement van Z is geweest, vooral beklemtoond dat (kort samengevat) zijn rol binnen Z beperkt was, hij een marionet was van andere bij de Z betrokken personen en dat Z feitelijk werd geleid door K.
Voor zover dat het geval zou zijn geweest, kan, aldus het hof, dat X echter niet baten. De omstandigheid dat X het bestuur als marionet heeft gevoerd kan, indien onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest, niet als een externe oorzaak van het faillissement worden beschouwd. De omstandigheid dat X heeft bestuurd als verlengstuk van anderen, laat onverlet dat X zelf de bestuurder was die verantwoordelijk is voor het bestuurlijk handelen. Het komt voor zijn rekening indien hij zich kritiekloos en/of zonder kennis van zaken heeft laten leiden door anderen.
Beperkte rol in onderneming geeft geen reden tot matiging
Ten aanzien van het beroep op matiging van X, overweegt het hof als volgt. Naar het oordeel van het hof doet de omstandigheid dat X, naar hij zelf stelt, zich ervoor heeft laten lenen dat, kort gezegd, andere bij de Z betrokken personen met Z konden doen en laten wat zij wilden, niet af aan de aard en ernst van de aan X verweten onbehoorlijke taakvervulling. Die omstandigheid valt X juist als een onbehoorlijke taakvervulling te verwijten. De omstandigheid dat X daarmee de lasten van de hem te verwijten onbehoorlijke taakvervulling heeft te dragen terwijl de voordelen daarvan vooral aan anderen zijn toegevloeid, doet daaraan niet af.
Reden tot matiging in casu
Het hof deelt echter het standpunt van X dat de omstandigheid dat een niet te incasseren aanspraak van Y voor een belangrijk deel betrekking heeft op transacties/ gebeurtenissen waarop X door zijn vertrek per 1 september 2002 weinig invloed heeft kunnen uitoefenen grond geeft om het bedrag waarvoor X op grond van het bepaalde in art. 2:248 BW aansprakelijk moet worden geacht te matigen. Het hof acht daarom een matiging met een ex aequo et bono op € 100.000,= te bepalen bedrag in overeenstemming met alle omstandigheden van het geval.
mr. Gosse Boeve, BANNING Advocaten