De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming is gevraagd te adviseren over een conceptbeleidsvisie met betrekking tot het vrijwilligersbeleid in het kader van sanctietoepassing. De definitieve beleidsvisie is op 24 juni 2010 naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze vormt de grondslag voor regelingen op het gebied van toelating en subsidiëring van vrijwilligersorganisaties en de uitvoering daarvan.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Raad vindt het positief dat de Minister van Justitie met een beleidsvisie op het vrijwilligerswerk komt. De inzet van vrijwilligers in het kader van sanctietoepassing kan een nuttige en noodzakelijke bijdrage leveren aan de resocialisatie en terugkeer van (ex-)gedetineerden naar de samenleving. Voor personen voor wie de datum van terugkeer in de Nederlandse samenleving nog ver weg is of uitblijft, ziet de Raad de inzet van vrijwilligers voornamelijk in het licht van versterking van een humaan detentieklimaat. De Raad ondersteunt daarnaast de inzet van vrijwilligers bij de naleving van bijzondere voorwaarden. Om de inzet en meerwaarde van vrijwilligers te ondersteunen is een doordachte en stimulerende aanpak nodig, zowel op landelijk niveau als op het niveau van de uitvoering. Hier ziet de Raad een belangrijke taak weggelegd voor het Ministerie van Justitie en, mede gelet op de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning, voor de gemeenten.
Ruim 70 procent van de gedetineerden pleegt binnen zeven jaar na ontslag uit de gevangenis opnieuw een strafbaar feit. Om de recidive terug te dringen heeft het kabinet onder meer beleid ingezet gericht op de nazorg aan ex-gedetineerden bij de terugkeer naar de samenleving. Tot dusver concentreert de aanpak zich hierbij op de inzet van professionals. De Raad meent dat deze inzet van professionals versterking nodig heeft en dat dit mogelijk is met een goed ondersteund (vraag-)gericht vrijwilligersbeleid. Het hebben van sociale contacten, het herstellen van de betrekkingen met partners, ouders en anderen zijn belangrijke voorwaarden om zich weer geaccepteerd te voelen en niet terug te vallen in oud gedrag. Vrijwilligers kunnen bij het herstel van deze contacten of bij het aangaan van nieuwe contacten als tegenwicht tegen de oude een essentiële rol spelen. Een goed selectie- en scholingsbeleid ten aanzien van vrijwilligers is daarbij essentieel.
De Raad acht de conceptbeleidsvisie een noodzakelijke maar nog niet voldoende stap in de goede richting. De inhoudelijke en beleidsmatige inbedding van de inzet van vrijwilligers verdient verdere doordenking. De Raad adviseert de inzet van vrijwilligers bij (ex-)gedetineerden sterker in het licht te plaatsen van hun terugkeer naar de samenleving alsmede van de verbetering van het detentieklimaat. Vanuit het besef van het belang van vrijwilligers voor de resocialisatie en het aangaan van positieve sociale relaties voor (ex-) gedetineerden kan de inzet van vrijwilligers sterker worden gestimuleerd. De Raad adviseert de inzet van vrijwilligers meer vraaggericht te maken. Financieel en organisatorisch wordt volgens de Raad aan de vrijwilligersorganisaties weinig zekerheid geboden. De Raad formuleert enkele algemene aanbevelingen aan de direct betrokken organisaties.