De Arnhemse rechtbank heeft 15 oktober 2010 een 24-jarige Arnhemmer veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een werkstraf van 120 uur voor mishandeling. Vast is komen te staan dat hij in maart 2009 een beveiligingsbeambte in het been heeft gebeten, terwijl hij besmet is met het HIV-virus. Na het incident is medische behandeling voor het slachtoffer gestart, gericht op het voorkomen van onder meer besmetting met HIV.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De vraag die als eerste beantwoord moet worden is of de aanmerkelijke kans op besmetting met HIV bestaat door een beet van een HIV-besmet persoon. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt daartoe dat de kans op HIV-overdracht bij bijten zeer gering is. Speeksel speelt geen rol in de overdracht. Er is alleen kans op overdracht als vers bloed van bijvoorbeeld een open wond aan de tong of in de mond, in contact komt met vers bloed in de bijtwond. Dat is niet gebleken. Er kan dus niet worden aangenomen dat de verdachte met zijn gedrag, bewust de aanmerkelijke kans op het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel, namelijk een HIV-besmetting, heeft aanvaard. Dat de behandelende arts van het slachtoffer alles in het werk heeft gesteld om de kans op besmetting zoveel mogelijk uit te sluiten en dat het slachtoffer daartoe een – voor hem en zijn gezin zeer belastende – behandeling heeft moeten ondergaan, is uit medisch oogpunt alleszins begrijpelijk en noodzakelijk, maar doet niet af aan wat hiervoor is weergegeven.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat poging zware mishandeling zoals ten laste is gelegd niet wettig en overtuigend bewezen is en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Wel acht de rechtbank mishandeling bewezen. Als bijzondere voorwaarden zijn opgelegd dat de man zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering en zich moet laten opnemen in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang. Verder heeft hij een behandelverplichting.