Een gedeeltelijke staking van de onderneming sluit niet uit dat het voortgezette deel van de onderneming een herinvesteringsreserve kan vormen voor de boekwinst van het gestaakte deel van de onderneming. De Hoge Raad heeft onlangs in deze zin beslist.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De procedure betrof een man die in 2003 een café met boekwinst had verkocht. In dezelfde plaats exploiteerde hij via een bv enkele andere cafés. De man wilde de boekwinst op het verkochte café in een herinvesteringsreserve opnemen. Voor Hof Amsterdam had de man gesteld dat het verkochte café met een ander café deel uitmaakte van een en dezelfde onderneming. Dit aspect had het hof niet onderzocht. De Hoge Raad vindt dit een cruciaal element voor de beoordeling van de vraag of de man de boekwinst op het café in een herinvesteringsreserve mag opnemen. De Hoge Raad heeft de procedure daarom voor verder onderzoek verwezen naar Hof Den Haag.
Als een onderneming een bedrijfsmiddel verkoopt, wordt vaak winst gerealiseerd die wordt belast met inkomsten- of vennootschapsbelasting. Onder bepaalde voorwaarden is het echter mogelijk om die winst te reserveren voor de aankoop van een vervangend bedrijfsmiddel. Eén van de voorwaarden van zo’n herinvesteringsreserve is dat op de balansdatum het voornemen aanwezig is binnen drie jaar na het jaar van verkoop een vervangend bedrijfsmiddel aan te schaffen. De verkoopwinst wordt dan niet belast, maar afgeboekt op de aanschaffingskosten van het vervangende bedrijfsmiddel. Indien moet worden aangenomen dat de onderneming is of zal worden gestaakt, is er geen voornemen tot vervanging en is vorming van een herinvesteringsreserve niet mogelijk. Het is niet altijd duidelijk of sprake is van (gedeeltelijke) staking dan wel voortzetting van de onderneming onder andere omstandigheden. Illustratief hierbij is een recent arrest van de Hoge Raad.
De procedure betrof een man die in 2003 in privé een café met boekwinst had verkocht. In dezelfde plaats exploiteerde hij via een bv enkele andere cafés. De man wilde de boekwinst op het verkochte café in een herinvesteringsreserve opnemen. De Hoge Raad gaf aan dat een gedeeltelijke staking van de onderneming niet uitsluit dat het voortgezette deel van de onderneming een herinvesteringsreserve kan vormen voor de boekwinst van het gestaakte deel van de onderneming. Voor Hof Amsterdam had de man namelijk gesteld dat het verkochte café met een ander café deel uitmaakte van een en dezelfde onderneming. Dit aspect had het hof echter niet onderzocht, zodat de Hoge Raad de procedure voor verder onderzoek naar de stelling van de man heeft verwezen naar Hof Den Haag.