In het handelsverkeer dient de bankgarantie tot zekerheid. Bij het stellen van een bankgarantie verplicht de bank zich jegens de begunstigde om een bedrag te betalen, dat de opdrachtgever aan hem verschuldigd is, bijvoorbeeld op grond van een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie). Indien aan de in de bankgarantie gestelde voorwaarden voor uitbetaling is voldaan, moet de bank de begunstigde betalen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Gelet op de functie van dergelijke bankgaranties in het handelsverkeer, is het van belang dat de begunstigde erop kan vertrouwen dat de bank uitbetaalt, wanneer aan de voorwaarden voor betaling is voldaan. De bank moet de voorwaarden strikt toepassen. In de praktijk komt het regelmatig voor dat de opdrachtgever uitbetaling door de bank probeert tegen te houden.
Een voorbeeld uit de praktijk[1].
Casus
Jachtwerf De Boarnstream bouwt een plezierjacht voor ene Kaczmarek. De afspraak is dat het vaartuig in november 2007 zou worden opgeleverd. Kaczmarek betaalt de koopprijs van EUR 266.459 in termijnen. Als zekerheid hiervoor stelt De Boarnstream een bankgarantie, een zogenaamde afroepgarantie, bij de Rabobank. Een gelijke bankgarantie wordt door de Rabobank gesteld ten gunste van de financier van Kaczmarek, de firma Gefa Gesellschaft für Absatzfinazierung mbH. De bankgaranties zouden aflopen op 14 januari 2008.
Dispuut
Op 9 januari 2008 bericht Kaczmarek De Boarnstream dat zij de overeenkomst ontbindt, omdat de overeengekomen levertermijn van november 2007 is overschreden. Diezelfde dag verzoeken Kaczmarek en Gefa de Rabobank de bankgaranties uit te betalen, omdat de Boarnstream haar verplichtingen jegens Kaczmarek niet nakomt.
De Boarnstream verzet zich tegen uitbetaling door de Rabobank en vordert in kort geding de Rabobank te verbieden tot uitbetaling van de garanties over te gaan. Zij betoogt dat zij niet is tekortgeschoten in haar verplichtingen. Partijen zouden de oplevering gezamenlijk hebben verschoven naar februari 2008.
De Boarnstream stelt dat het voor de Rabobank duidelijk moet zijn dat de claim van Kaczmarek en Gefa tot uitbetaling van de bankgaranties kennelijk bedrieglijk en willekeurig is.
De Rabobank legt daarentegen uit dat zij op grond van het “strikte conformiteitsbeginsel” gehouden is tot uitbetaling onder de bankgaranties aan Kaczmarek en Gefa. Zij betwist dat zij kan vaststellen dat er sprake is van een willekeurige dan wel bedrieglijke claim
Beoordeling
De voorzieningenrechter stelt voorop dat De Boarnstream strikt genomen geen partij is bij de bankgaranties, maar dat zij er wel belang bij heeft om een eventuele willekeurige of bedrieglijke betaling onder de bankgaranties tegen te houden. Hij zal dus inhoudelijk beoordelen of de Rabobank gehouden is het verzoek tot uitbetaling onder de garanties te honoreren.
De voorzieningenrechter erkent dat een strikte toepassing door de bank van de in de garantie gestelde voorwaarden is geboden, vanwege het karakter van bankgaranties als de onderhavige (garanties op eerste verzoek) en de functie ervan in het handelsverkeer. De Rabobank is dus in beginsel gehouden om de garanties uit te betalen, tenzij op goede gronden kan worden aangenomen dat de garanties kennelijk bedrieglijk of willekeurig werden ingeroepen. Vervolgens komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat van deze uitzondering sprake is.
Toen Kaczmarek en Gefa de Rabobank op 9 januari 2008 hebben verzocht om uitbetaling onder de bankgaranties, is de Rabobank niet direct overgegaan tot betaling. Zij heeft namelijk eerst contact gezocht met een andere Rabobank, die haar eigenlijke opdrachtgever was. Vervolgens is de Rabobank wederom niet overgegaan tot uitbetaling. Zij heeft op 11 januari 2008 telefonisch contact gehad met de raadsman van de Boarnstream over het verzoek van Kaczmarek en Gefa. Hieruit kan worden afgeleid dat er bij de Rabobank klaarblijkelijk twijfel is ontstaan over de rechtsgeldigheid van de claim van Kaczmarek en Gefa. Na vervolgens op 13 januari 2008 een brief te hebben ontvangen van de advocaat van De Boarnstream, waarin wordt aangegeven dat naar het oordeel van De Boarnstream de claim van Kaczmarek en Gefa kennelijk willekeurig dan wel bedrieglijk is, was het voor de Rabobank op dat moment duidelijk, of had dit moeten zijn, dat het afroepen van de bankgaranties door Kaczmarek en Gefa in strijd was met de afspraken die partijen kennelijk hadden gemaakt.
De voorzieningenrechter verbiedt de Rabobank om uit te betalen. Onder de omstandigheden van dit geval kan niet worden vastgehouden aan de strikte uitleg van de garantievoorwaarden.
Analyse
Met andere woorden, omdat de Rabobank aanvankelijk zelf kennelijk twijfelde over de rechtsgeldigheid van de afroep en omdat haar opdrachtgever de stelling innam dat de afroep onder de garantie bedrieglijk was, zou de Rabobank duidelijk moeten zijn dat het afroepen van de bankgaranties inderdaad in strijd was met de afspraken die De Boarnstream en Kaczmarek onderling hadden gemaakt. Deze redenering is mijns inziens niet juist.
Niet duidelijk is waarom de Rabobank aanvankelijk twijfelde. Aan de voorwaarde voor uitbetaling was immers voldaan. Haar twijfel kan ongefundeerd zijn geweest en onterecht. Bovendien kan de brief van de advocaat van De Boarnstream een eenzijdige of onjuiste visie hebben verwoord. Op basis van deze twee gegevens kan moeilijk worden geconcludeerd dat sprake was van kennelijk bedrog of willekeur. Deze argumenten leggen naar mijn mening te weinig gewicht in de schaal om af te kunnen wijken van het “strikte conformiteitsbeginsel”.
De voorzieningenrechter heeft dus weliswaar correct geformuleerd dat een strikte toepassing van de in de garantie gestelde voorwaarden geboden is – gelet op het karakter van een bankgarantie als de onderhavige en de functie die dergelijke garanties in het handelsverkeer vervullen en gelet op de positie van de bank die zowel de belangen van degene die de opdracht gaf als het stellen van de garantie, als degene te wiens gunste de garantie is gesteld, in het oog moet houden – maar vervolgens wordt weinig blijk gegeven van een daadwerkelijk strikte toepassing.
Kortom, alhoewel de voorwaarden voor uitbetaling onder bankgaranties strikt moeten worden nageleefd, blijkt dat in de praktijk niet altijd te gebeuren. En in dit geval gaat de rechtbank mee in de bezwaren.
[1] Rechtbank Utrecht (Voorzieningenrechter) 6 februari 2008, S&S 2010/99
mr. Mark van Bodegraven, BANNING Advocaten