Op maandag 6 juni 2005 heeft het centraal stembureau (de Kiesraad) tijdens een openbare zitting in de Oude Zaal van de Tweede Kamer de officiële uitslag van het raadplegend referendum over de Europese Grondwet vastgesteld.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De officiële uitslag van het referendum is als volgt:
Bij het referendum zijn in totaal 7.705.196 stemmen uitgebracht.
De stemverdeling was als volgt:
Aantal stemmen voor het verdrag: | 2.940.730 |
Aantal stemmen tegen het verdrag: | 4.705.685 |
Aantal geldige stemmen: | 7.646.415 |
Aantal ongeldige / blanco stemmen: | 58.781 |
In percentage van het aantal geldige stemmen is in totaal 38,5% procent van de stemmen voor het verdrag uitgebracht en 61,5% procent van de stemmen tegen het verdrag. Dit betekent dat een meerderheid van de kiesgerechtigden die bij de stemming een geldige stem heeft uitgebracht zich tegen het verdrag heeft uitgesproken.
In totaal waren er bij het referendum 12.172.740 kiesgerechtigden (inclusief de 18.901 Nederlanders in het buitenland die zich als kiezer hadden laten registreren.) De landelijke opkomst bedroeg 63,3%.
Van de Nederlanders in het buitenland die per brief hebben gestemd (16.614 kiezers), heeft 69% voor gestemd en 31% tegen. 6,3% van de briefstemmers heeft blanco gestemd.
Bij ontvangst van de officiële uitslag van het referendum hield Voorzitter Tweede Kamer, Frans Weisglas de volgende toespraak:
Dames en Heren!
Graag dank ik de Kiesraad voor de aanbieding van de officiële uitslag van het referendum over het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, in de volksmond Europese Grondwet genoemd. Dit referendum is het eerste nationale referendum sinds 1815 en de eerste keer dat kiezers zich rechtstreeks hebben kunnen uitspreken over een belangrijk Europees besluit.
Leden van de Tweede Kamer hebben het recht om op eigen initiatief een wetsvoorstel te maken. De Kamerleden Farah Karimi (GroenLinks), Niesco Dubbelboer (PvdA) en Boris van der Ham (D66) maakten gebruik van dit recht en hebben een voorstel betreffende het houden van een raadplegend referendum over het grondwettelijke verdrag voor de Europese Unie ingediend. De initiatiefnemers schreven in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel het volgende: “Een grote betrokkenheid van de burgers bij de Europese constitutie is dringend gewenst (.). Met dit wetsvoorstel willen de indieners de betrokkenheid bij de besluitvorming over de Europese Grondwet versterken, door de burgers in een nationaal referendum advies te vragen over de bekrachtiging door Nederland.”
De drie Kamerleden hebben het wetsvoorstel op 18 en 20 november 2003 verdedigd in de Tweede Kamer en de Tweede Kamer heeft op 25 november 2003 het wetsvoorstel aangenomen. De behandeling in de Eerste Kamer was op 18 januari 2005 en tijdens de stemmingen op 25 januari dat jaar is dit wetsvoorstel ook in de Eerste Kamer aangenomen.
Naar aanleiding van dit initiatiefwetsvoorstel heeft de Tweede Kamer op 8 februari dit jaar de onafhankelijke Referendumcommissie benoemd. Deze commissie heeft vastgesteld dat het referendum op 1 juni 2005 zou plaatsvinden. Dat was afgelopen woensdag! Vandaag, 6 juni, is daar dan de officiële uitslag.
Ik denk dat wij allen zeer verheugd mogen zijn over de hoge opkomst. Een opkomstpercentage van bijna 63 procent mag er zijn! Dat opkomstpercentage en natuurlijk vooral de uitslag van het referendum hebben ertoe bijgedragen dat afgelopen donderdag direct de politieke discussie plaatshad in de Tweede Kamer. De uitslag van het referendum verschilde aanzienlijk van de opvattingen die onder een grote meerderheid in de Kamer leefde. De kloof over Europa tussen politici en hen die zij vertegenwoordigen die daaruit bleek, is verontrustend. In een representatieve democratie als de onze moeten volksvertegenwoordigers in staat zijn om enerzijds steun voor hun opvattingen bij de bevolking te verwerven en anderzijds de opvattingen van de bevolking daadwerkelijk te vertegenwoordigen. Dat is bij een onderwerp als Europa geen eenvoudige opgave! Uit het debat kwam donderdag duidelijk naar voren dat de Kamer zich de uitslag uiteraard heeft aangetrokken. Er zal gas worden teruggenomen bij grootse Europese plannen. De bevolking wordt betrokken bij een brede maatschappelijke discussie over Europa! Het is van groot belang dat nu de discussie over Europa, die zo heftig plaats had in de weken voor het referendum, wordt voortgezet. De noodzaak daarvan is een les die wij woensdag hebben geleerd. Of de les ook is dat vanaf nu over tal van onderwerpen referenda moeten worden gehouden, staat voor mij overigens nog niet vast.
Dames en heren!
De Europese Grondwet ligt nu in de prullenbak. Dat is het directe gevolg van de uitkomst van het referendum in Frankrijk en in Nederland. Zonder selectief te willen winkelen bepleit ik wel dat de nationale parlementen toch de discussie willen blijven voeren om hun invloed op Europese regelgeving te vergroten, zoals in de Grondwet was voorzien. Als de nationale parlementen er met hun regeringen toe beslissen om toch meer zeggenschap te krijgen bij de Europese besluitvorming, zijn zij niet alleen vanuit hun eigen positie daarbij gebaat. Het draagt er mede toe bij dat de burger zich binnen Europa beter door het eigen nationale parlement vertegenwoordigd voelt. Ook dat is een les, die uit het referendum is te trekken! Ik wil dan ook stimuleren dat deze grotere zeggenschap van de nationale parlementen besproken wordt tussen die parlementen en met onze regeringen. Zelf zou ik dan nog wel een stap verder willen gaan dan in de Grondwet was voorzien! Geen “gele” kaart wanneer een bepaald aantal parlementen tegen een voorstel van de Europese Commissie is (dat wil zeggen dat de Commissie het voorstel moet “heroverwegen”), maar een “rode” kaart: de Commissie moet een dergelijk voorstel dan intrekken.
Mijnheer de Voorzitter van de Kiesraad, nogmaals veel dank dat u de officiële uitslag van het referendum hier in de Oude Zaal van de Tweede Kamer aan mijn collega van de Eerste Kamer en mij heeft willen aanbieden.