Op 19 april 2011 heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat de bedreigingen, door verdachte in september 2010 via Twitter geuit aan het adres van F. Halsema, M.J. Cohen en A. Pechtold, vallen onder het bereik van artikel 285 van het Wetboek van strafrecht.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat zijn tweets slechts waren bedoeld om de discussie aan te gaan en de ontvangers dat hadden kunnen begrijpen omdat zijn account een satirisch karakter had.
De rechtbank is daar niet in meegegaan. Voor de ontvangers was niet duidelijk van wie de tweets afkomstig waren en van hen kan ook niet worden verwacht dat zij daar nader onderzoek naar doen. De inhoud van de tweets heeft bij de ontvangers de redelijke vrees kunnen opwekken dat de daarin geuite bedreigingen zouden worden uitgevoerd.
Bij het bepalen van de opgelegde straf is gekeken naar de landelijke oriëntatiepunten op dit punt en de straffen die in den lande voor soortgelijke bedreigingen aan het adres van politici worden opgelegd. Daarbij is meewogen dat geen enkel democratisch land zonder mensen kan, die bereid zijn zich voor de publieke zaak in te zetten. Net als ieder ander hebben politici het recht gevrijwaard te blijven van bedreigingen.
De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van 47 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is een taakstraf van 80 uur opgelegd.