Definities
» Vergelijk internet, digitale tv en bellen «advertorial
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen! Partijdigheid: het aanwezig zijn van uitzonderlijke omstandigheden die zwaarwegende aanwijzingen opleveren dat de rechter een vooringenomenheid koestert, althans dat de dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is (HR 18 november 1997, NJ 1998, 244).
As to the subjective test […] the personal impartiality of a judge must be presumed until there is proof to the contrary […]. Under the objective test, it must be determined whether, quite apart from the judge’s personal conduct, there are ascertainable facts which may raise doubts as to his impartiality. In this respect even appearances may be of a certain importance. What is at stake is the confidence which the courts in a democratic society must inspire in the public and above all, as far as criminal proceedings are concerned, in the accused. Accordingly, any judge in respect of whom there is a legitimate reason to fear a lack of impartiality must withdraw […]. This implies that in deciding whether in a given case there is a legitimate reason to fear that a particular judge lacks impartiality, the standpoint of the accused is important but not decisive […]. What is decisive is whether this fear can be held objectively justified.” Procespartijen: partijen (materiële en formele) bij een gerechtelijke procedure, voor zover zij niet behoren tot de hieronder aangegeven overige procesdeelnemers. Overige procesdeelnemers: degene die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, de officier van justitie, deskundigen, getuigen, deurwaarders, tolken en anderen – niet zijnde procespartijen – die beroepsmatig bij een rechterlijke procedure betrokken zijn. In deze leidraad worden rechters en procureurs niet als procespartijen of overige procesdeelnemers aangemerkt. Nevenfunctie: betrekking die een rechter buiten zijn ambt vervult. Terugtrekken: de informele beslissing van een rechter de zaak niet zelf te behandelen op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Verschonen: de wettelijke mogelijkheid van een rechter te verzoeken zich te mogen onttrekken aan een bepaalde zaak, wegens feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden (artikelen 40 Rv, 517 Sv en 8:19 Awb). Wraken: de wettelijke mogelijkheid van een partij te verzoeken dat een rechter de zaak niet (verder) beoordeelt, wegens feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden (artikelen 36 Rv, 512 Sv en 8:15 Awb). In deze leidraad wordt, tenzij anders is aangegeven, onder rechter(-plaatsvervanger) tevens verstaan raadsheer(-plaatsvervanger). In dat geval wordt voor arrondissement ressort gelezen. In deze leidraad wordt, tenzij anders is aangegeven, onder officier van justitie tevens verstaan advocaat-generaal. In dat geval wordt voor parket ressortparket gelezen.
Partijdigheid kan zich onder meer voordoen bij een verstrengeling van belangen, een dreiging hiervan, beïnvloeding van buitenaf of politieke of maatschappelijke vooringenomenheid. Bij de vraag of sprake is van partijdigheid van een rechter is niet alleen de aard van de relatie van deze rechter met een procesdeelnemer van belang, maar speelt ook de mate waarin deze procesdeelnemer betrokken is bij een bepaalde zaak een rol van betekenis. De mate van betrokkenheid hangt af van de positie die een procesdeelnemer in een rechterlijke procedure inneemt. De (emotionele) betrokkenheid zal in het algemeen groter zijn bij procespartijen dan bij overige procesdeelnemers. De leidraad beoogt met de definiëring van de begrippen procespartijen en overige procesdeelnemers hiermee rekening te houden. Een procespartij kan zowel een materiële als een formele partij zijn. Bij dit laatste is gedacht aan bijvoorbeeld de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige. Een officier van justitie is altijd beroepsmatig bij een zaak betrokken. Daardoor zal de desbetreffende officier van justitie voor wat betreft zijn (emotionele) betrokkenheid en daarmee voor wat betreft de vraag naar mogelijke partijdigheid kunnen worden gelijkgesteld met andere procesdeelnemers die beroepsmatig bij een rechterlijke procedure betrokken zijn. Dit is in de gebruikte definiëring tot uitdrukking gebracht. Ook een advocaat die zijn cliënt in de procedure bijstaat, behoort tot de overige procesdeelnemers. Ten aanzien van de procureur dient bedacht te worden dat hij in een rechterlijke procedure een bijzondere positie inneemt doordat hij geen inhoudelijke inbreng heeft. Daarom is de procureur geen procespartij of overige procesdeelnemer in de zin van deze leidraad. Vertegenwoordigers van rechtspersonen zijn ook aan te merken als overige procesdeelnemers. Zie ook de toelichting onder aanbeveling 2. Bedacht dient nog wel te worden dat sommige procesdeelnemers zowel procespartij als overige procesdeelnemer kunnen zijn. Gedacht kan hierbij worden aan de bewindvoerder en de curator die bij het afleggen van verantwoording zijn aan te merken als procespartij, terwijl zij bij hun overige taken veelal zullen worden aangemerkt als overige procesdeelnemer. Bij de definitie van het begrip nevenfunctie is aangesloten bij artikel 44 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het daarin opgenomen betrekkingenbegrip. |