Retentierecht houdt in de bevoegdheid die in de bij de wet aangegeven gevallen aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten, totdat de vordering wordt voldaan. Het retentierecht is vastgelegd in artikel 3:290 BW.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Bij het inschakelen van financieel adviseurs wordt vaak de administratie of een deel van de administratie bij hen ondergebracht. Kan de financieel adviseur deze administratie onder zich houden als de rekening niet wordt betaald?
Deze situatie deed zich voor bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waar de afgifte werd gevorderd van de gehele administratie van een vennootschap onder firma. De administratie bevond zich onder de financieel adviseur, die hij op verzoek van de eiser had opgehaald voor nader onderzoek bij de accountant van de vennootschap onder firma. De financieel adviseur beroept zich op het retentierecht en weigert tot afgifte over te gaan. Het niet afgeven van de administratie heeft tot gevolg dat het voor eiser onmogelijk is om een afwikkelingsvoorstel van haar medevennoten betreft uittreding te kunnen beoordelen. De teruggave aan medevennoten van de administratie is een expliciet onderdeel van het afwikkelingsvoorstel. Daarbij is de administratie nodig voor de fiscale afwikkeling.
De rechtbank oordeelt dat het retentierecht zich uitsluitend uitstrekt tot zaken die door de retentor zijn bewerkt. Bepalend is of de retentor een zekere meerwaarde heeft aangebracht door het resultaat van zijn arbeid. In deze zaak heeft de financieel adviseur de resultaten niet bewerkt, maar enkel ingezien. Ten aanzien van daaruit voortvloeiende adviezen en rapporten zou de financieel adviseur wellicht een retentierecht kunnen uitoefenen, maar dit is niet aan de orde. In dit geval gaat het om een onderzoek door een financieel adviseur op basis van de door aangeleverde stukken die hij niet heeft bewerkt en waaraan hij geen meerwaarde heeft gegeven. De klaarblijkelijk tot stand gekomen overeenkomst van opdracht heeft wel een verbintenis van de financieel adviseur in het leven geroepen om een bepaalde dienst te verrichten, maar niet ook een verbintenis om door hem bewerkte stukken af te geven. In dat geval kan zijn verplichting om stukken die hem zijn overhandigd om zijn adviesopdracht te kunnen uitvoeren, terug te geven, niet aangemerkt worden als een verbintenis tot afgifte van een zaak. De opdracht strekte er niet toe wijziging te brengen in de eigendoms- of gebruiksrechten van eiseres met betrekking tot die stukken.
mr. Charlotte Mulder, Wieringa Advocaten