De bepaling van het resultaat en het belastbare bedrag in de vennootschapsbelasting geschiedt per fiscaal boekjaar. Het fiscale boekjaar van vennootschappen (zoals een bv of nv) en andere lichamen loopt vaak gelijk met het kalenderjaar. Het staat een vennootschap echter in beginsel vrij om een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar (ook wel: gebroken boekjaar) te hanteren.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In dat geval dient wel aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Indien de vennootschap niet regelmatig boekhoudt met geregelde jaarlijkse afsluitingen, wordt het gebroken boekjaar niet geaccepteerd en moet de winst per kalenderjaar worden bepaald. Hof Den Bosch heeft onlangs uitspraak gedaan in een procedure waarin een onderneming (bv) het zogeheten 52/53-wekenstelsel hanteerde. Het boekjaar is dan niet gelijk aan het kalenderjaar. Volgens het 52/53-wekenstelsel begint elk boekjaar op de eerste maandag van de maand januari en eindigde op de laatste zondag voor de eerste maandag van januari. Het hof was van oordeel dat dit stelsel toch fiscaal aanvaardbaar was. De motivering van het hof is overigens opgenomen in een parallelprocedure van deze bv, welke nog niet is gepubliceerd.
De bepaling van het resultaat en het belastbare bedrag in de vennootschapsbelasting geschiedt per fiscaal boekjaar. Het fiscale boekjaar van vennootschappen (zoals een bv of nv) en andere lichamen loopt vaak gelijk met het kalenderjaar. Het staat een vennootschap echter in beginsel vrij om een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar (ook wel: gebroken boekjaar) te hanteren. In dat geval dient wel aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Indien de vennootschap niet regelmatig boekhoudt met geregelde jaarlijkse afsluitingen, wordt het gebroken boekjaar niet geaccepteerd en moet de winst per kalenderjaar worden bepaald.
Hof Den Bosch heeft onlangs uitspraak gedaan in een procedure waarin een bv (100%-dochtervennootschap van een Amerikaanse moeder) het Amerikaanse 52/53-wekenstelsel hanteerde. De onderhavige procedure betrof het boekjaar 2005. Na een statutenwijzing van de bv in november 2004 begon elk boekjaar volgens het 52/53-wekenstelsel vanaf 2005 op de eerste maandag van de maand januari en eindigde op de laatste zondag voor de eerste maandag van januari. In de Wet op de Vennootschapsbelasting is bepaald dat, als er sprake is van een gebroken boekjaar, de winst wordt beschouwd als winst van het kalenderjaar waarin dat boekjaar is geëindigd. Daardoor zou toepassing van het 52/53-wekenstelsel er toe leiden dat er zo om de vijf jaar twee boekjaren met het zelfde jaartal zouden zijn, en dat een boekjaar van dat jaartal + 1 zou worden overgeslagen. De inspecteur was het niet eens met de toepassing van dit stelsel en eiste dat de bv aangifte vennootschapsbelasting deed op kalenderjaarbasis. Rechtbank Breda stelde de inspecteur in het gelijk.
De bv ging daarop in hoger beroep bij Hof Den Bosch en had succes. Het hof was van oordeel dat dit stelsel toch fiscaal aanvaardbaar was en verwees naar zijn uitspraak over een eerder boekjaar (2004). De motivering van het hof is echter opgenomen in een parallelprocedure (10/00118) van deze bv, welke nog niet is gepubliceerd.
Opmerking
De regels voor het mogen hanteren van een gebroken boekjaar zijn voor ondernemers in de inkomstenbelasting iets anders dan voor ondernemers in de vennootschapsbelasting (bv’s en nv’s). Zo geldt voor de eerstgenoemden de eis dat zij alleen een gebroken boekjaar mogen hanteren als de aard van de onderneming het afwijkende boekjaar rechtvaardigt. Zo is het in de landbouwsector niet ongebruikelijk dat de winst wordt bepaald aan de hand van een gebroken boekjaar vanwege het seizoenskarakter.